Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juli 2025


Nauwelijks waren de eerste rotsachtige eilanden, die nog elken plantengroei misten, uit de wereldzee opgestegen, nauwelijks waren de eerste graniet- of gneissrotsen uit het water te voorschijn getreden, nauwelijks verhieven zich de eerste bergen in de lucht, of die verwering nam een aanvang.

De oever, waarop het dorp ligt, is omzoomd door eene bank van graniet, die met zachte glooiing in de rivier afdaalt. Deze rivier heeft bij hare samenvloeiing met de Guaviare eene breedte van zes- tot achthonderd meters. In een glas ziet haar water grauw, rookkleurig: maar in de rivier zelve is het water, door de massa, volkomen zwart.

Een hamer nu ontbrak aan deze smeden; maar alles wel beschouwd, verkeerden zij in denzelfden toestand, waarin de eerste metaalbewerker verkeerd had, en deden zij wat deze moet hebben gedaan. De eerste klomp, aan een stok bevestigd, diende als hamer om den tweede te smeden op een aanbeeld van graniet, en zoo verkreeg men een ruw metaal, dat tamelijk bruikbaar was.

Geweldige fondamenten van graniet als het ware eene voortzetting der rots dragen het hoofdgebouw, de vleugels, de voorpoort en den zestig meters hoogen toren, die zich fier in de lucht verheft. Van welke zijde men het ook aanschouwt, steeds maakt dit trotsche kasteel een overweldigenden indruk.

Het goudrif is van het graniet, waar het door heen loopt, onderscheiden door zijn grijswitte en gitzwarte plekken en in die grijswitte, doch vooral in die gitzwarte plekken zitten, fijn en verspreid, de gouddeeltjes. 't Is wel een groote zeldzaamheid, dat men stukken zuiver goud vindt. Toch kan het gebeuren.

De oorspronkelijke gesteenten der Alpen, graniet, gneiss en schiefer, dragen geene azoïsche of primaire formaties boven zich: zij waren dus tijdens de laurentische, cambrische, silurische, devonische en steenkoolperiode reeds uit de zee opgerezen. In de Permische periode moeten zij gedaald zijn, want zij dragen eene anthraciet-houdende laag op de kristallijnen lagen.

»Op eens, terwijl ik nog al mijn oplettendheid inspande om ook te hooren wat Cleopatra, zoo kort mogelijk, antwoordde, kwam mijn opzichter der bouwwerken naar mij toe, die, toen de arbeiders door de Romeinen waren verdreven, zich tusschen twee blokken graniet verborgen had gehouden.

Heft men het hoofd op, dan krijgt men een indruk van den tempel van ongekorven hout; de boomstammen gaan rechter en losser en fierder de hoogte in dan de zuilen van gothische kathedralen. Zij hebben vorm en kleur en hardheid als van steen; de tijd heeft hun hout verhard als tot graniet. Er is een plekje, waar het aantal woudreuzen bijzonder groot is.

Ja, zeide hij. Maar, sprak zij, ik heb altijd gezien dat de deugd een stille, ingesluimerde, dikke en kouwelijke hoedanigheid is, een masker, dat knorrende gezichten verbergt, een fluweelen opperste kleed om een man van graniet. Ik minne die, in welker borst een mannelijk vuur blakert, dat tot lustige en dappere ondernemingen aanzet.

De rots was gespleten over een groote oppervlakte. Een krachtige waterstroom bruiste schuimend over de vlakte, en strekte zich uit tot aan het uiteinde van de rots waar hij zich van een hoogte van driehonderd voet naar beneden stortte. Pencroff twijfelt niet meer. De oude uitloozing. Een onderaardsche tocht. De weg door het graniet. Top is verdwenen. De middelste spelonk. De inwendige put.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek