United States or Montserrat ? Vote for the TOP Country of the Week !


De wetenschap is echter niet de slavin van eene secte of van een stelsel; zij brengt ons voortdurend nader tot het ideaal, om ons in de natuur wetten en krachten te doen bewonderen, waarvan het wezen ons verborgen is en tot het gebied van het onzichtbare en oneindige behoort. Eerste planten en eerste dieren. De oudste versteeningen. Laurentische, Cambrische en Silurische tijdperken.

14000 m. Primair Bovenste Permische formatie. Onderste Permische formatie. Bovenste steenkoolformatie. Onderste steenkoolformatie. Bovenste devonische formatie. Onderste devonische formatie. 23000 m. Azoïsch Bovenste silurische formatie. Onderste silurische formatie. Bovenste cambrische formatie. Onderste cambrische formatie. Bovenste laurentische formatie. Onderste cambrische formatie.

Wij zien, dat de graptolithen in het cambrische tijdperk ontstonden en na het silurische weder uitgestorven waren, en dat de trilobieten de permische periode niet hebben overleefd.

De Laurentische formatie is negen kilometers dik, de Cambrische zes kilometers, de Silurische acht kilometers, te zamen dus 23 kilometers, geheel gevormd door de bezinking in de zee. Alle nieuwere formaties, op de andere gelegen, en behoorende tot de volgende perioden, de primaire, secundaire, tertiaire en quaternaire periode, zijn slechts 20 kilometers dik.

Reeds hebben de cambrische lagen een vijftigtal soorten van planten en dieren opgeleverd, waaronder in de eerste plaats voorkomen ééncellige wieren, ringwormen, armpootigen, sponsen en polypen. In de silurische lagen vormen de graptolithen en trilobieten de meerderheid.

In den tijd waarin zich de lei-, de kwarts- en de kalkrotsen der laurentische, cambrische en silurische periode vormden, is de lucht gezuiverd, vielen de regens in plaats van voortdurend, met tusschenpoozen, en vormde de dampkring, nevelachtig en warm blijvend, eene tweede zee, over den Oceaan hangend.

De eerste zekere sporen van organische wezens zijn in de cambrische lagen gevonden, hoofdzakelijk in Engeland en Zweden. Het zijn afdruksels van zeer laag staande zeeplanten en zeedieren, wieren, ringwormen, weekdieren, sponsen, polypen, zeeëgels.

Door opheffingen van de aardschors zijn de cambrische en silurische lagen op verschillende punten van Europa bloot geraakt en daardoor het voorwerp geworden van belangrijke onderzoekingen. In Engeland is de cambrische laag meer dan 6000 Meters dik en de silurische 8000 Meters. In Zweden daarentegen is de silurische laag slechts 600 Meters dik.

Indien de gesteenten, in de laurentische, cambrische en silurische lagen bewaard gebleven, ons hoogere planten, boomen, bloemen of vruchten hadden leeren kennen, aan de onze gelijk, dan had men grond gehad, de beginselen in dit boek neergelegd te bestrijden. Maar beide rijken hebben nauwkeurig den weg gevolgd, dien onze lezers bij deze onderzoekingen hebben leeren kennen.

Indien men aan die insecten denkt en ze in den geest doet herleven in de schitterende wouden dier periode, terwijl men zich de gevoeligheid dier sprieten en dier oogen met duizenden facetten voor den geest roept, dan bewondert men de grootheid van den arbeid, door de natuur volbracht sedert den tijd, toen alleen de raadselachtige organismen der oorspronkelijke zeeën dreven in de wereldzee der cambrische periode.