Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 mei 2025
Dit was ook het geval met hunne oorspronkelijke voorouders, en daar zij de groote meerderheid uitmaken van de planten der steenkoolformatie, zoo begrijpen wij, dat zij hebben kunnen leven en bloeien onder eenen steeds bedekten hemel. Hetzelfde is het geval met de insecten dier periode, want voor het meerendeel zijn het nachtdieren, zooals de witte mieren en de kakkerlakken.
Men vindt talrijke weekdieren, uit de zee afkomstig, in de steenkoolformatie der poolstreken, welke in dezelfde formatie in Europa gevonden worden, sommige zelfs komen in de tropen voor. Behalve die weekdieren vindt men in Spitzbergen in de kalksteen ook koraaldieren. Alles wijst er op, dat toen de warmte, die op de aarde de overhand had, niet van de zon afkomstig was.
De spoorwegen hebben in de laatste vijftig jaren een ongekend licht laten vallen op de ontwikkelingsgeschiedenis der aarde, door de tunnels, die door de verschillende lagen van de oppervlakte der aarde geboord zijn. Maar van alle formaties is toch de steenkoolformatie het ijverigst bestudeerd, om hare groote innerlijke waarde en hare beteekenis voor de industrie.
Die amphibiën daarentegen hebben bepaald handvormige ledematen; het chirotherium moet eene soort reuzensalamander geweest zijn. Reeds in de steenkoolformatie leefden de labyrinthodonten te zamen met andere amphibiën, die eenigszins op de tegenwoordige soorten gelijken, en met de hagedissen. In de permische formatie zijn de amphibiën en kruipende dieren talrijker, zoowel in Europa als in Amerika.
14000 m. Primair Bovenste Permische formatie. Onderste Permische formatie. Bovenste steenkoolformatie. Onderste steenkoolformatie. Bovenste devonische formatie. Onderste devonische formatie. 23000 m. Azoïsch Bovenste silurische formatie. Onderste silurische formatie. Bovenste cambrische formatie. Onderste cambrische formatie. Bovenste laurentische formatie. Onderste cambrische formatie.
De steenkoolperiode schijnt ook het tijdperk te zijn, waarop de kruipende dieren het eerst optraden. Men heeft in de steenkoolformatie amphibiën gevonden, op salamanders en kikvorschen gelijkend, waarvan enkele meer dan twee meters lang waren.
Men vindt dikwijls een honderdtal lagen steenkool regelmatig op elkander gestapeld; de steenkoolformatie vertegenwoordigt dus een langdurig tijdperk, waarin de plantenwereld aanzienlijke veranderingen heeft ondergaan. Wij moeten ons dus tot de planten dier formatie wenden, om onderverdeelingen in die periode te kunnen vaststellen.
Misschien hebben zich die planten ontwikkeld tijdens de steenkoolformatie, zonder verkoold te zijn, en zijn zij op de oppervlakte gebleven, die daarna met zand en klei bedekt is; daarna kan zich het kiezel uit het mengsel hebben afgescheiden, om zich in de houtvezels af te zetten, of is deze molecule voor molecule in de plaats van de koolstof getreden.
Van de laagste vormen, waar het protoplasma bloot ligt, klimt men ongemerkt op tot de vormen, die aan de zaadplanten grenzen. Die lagere planten, die bladmossen, die paardestaarten, groeien, en bereiken eindelijk eene hoogte van verscheidene meters. Men heeft in de steenkoolformatie zelfs calamiten en paardestaarten van tien tot twaalf meters gevonden.
De varens en de sigillaria's zijn planten, die vocht, schaduw en warmte noodig hebben, want zij wijzen alle op een tropisch klimaat. De fossiele boomen zijn van jongeren datum dan de steenkool. Hoewel echter de planten, die in kiezel veranderd zijn, niet tot de steenkoolformatie behooren, zijn zij toch ongetwijfeld uit de periode der roode zandsteen, die onmiddellijk daarop volgt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek