United States or Kuwait ? Vote for the TOP Country of the Week !


Waarschijnlijk behoort de bruinkool met fossiele planten, in Groenland op 70° N.-B., en in Noord-Canada, IJsland en Spitzbergen ontdekt, tot de eocene formatie. Die lagen bevatten 9 soorten van groote varens, 31 soorten van naaldboomen, 11 soorten van éénzaadlobbigen en 93 tweezaadlobbige planten, waaronder noteboomen, platanen, beuken, eiken, ahornen, populieren enz.

Men kan hieruit met zekerheid afleiden, dat er toen nog geene jaargetijden waren. De zon voegde slechts weinig warmte toe aan die der aarde, want de temperatuur, waarbij de boomvarens, de wolfsklauwen, de cycadeën groeien, ligt tusschen 20 en 25 graden, en was niet hooger in Afrika dan in Spitzbergen. De zon was toen reusachtig groot, maar nog nevelachtig, er straalde slechts een zwak licht uit.

Op Spitzbergen is zij reeds totgedaald, en hetzelfde is ook het geval op Groenland, waar men magnolia's, sequoia's, populieren, kastanjes, eiken en zelfs den wijnstok gevonden heeft. Thans is de gemiddelde jaartemperatuur dier strekentotonder nul.

De oorspronkelijke soorten sterven langzaam uit, om plaats te maken voor een rijkeren en meer gesplitsten plantengroei. Het is een overgangstijdperk. Er zijn nog geene jaar getijden of klimaten: dezelfde plantenfamilies worden gevonden van den evenaar tot aan Siberië en Spitzbergen.

Men vindt talrijke weekdieren, uit de zee afkomstig, in de steenkoolformatie der poolstreken, welke in dezelfde formatie in Europa gevonden worden, sommige zelfs komen in de tropen voor. Behalve die weekdieren vindt men in Spitzbergen in de kalksteen ook koraaldieren. Alles wijst er op, dat toen de warmte, die op de aarde de overhand had, niet van de zon afkomstig was.