Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juli 2025


Het is eene onafgebroken opeenvolging van dubbele wallen, verdedigd door bastions en forten of torens, vijftig voet hoog en twintig voet breed, gegrondvest op graniet en opgetrokken van baksteen, die geheel het beloop der bergen volgen, welke Rusland van China scheiden. Aan de zijde van het Hemelsche Rijk is de muur vrij slecht onderhouden.

De grond was bijna geheel koraalvormig, maar enkele uitgedroogde stroombeddingen, waarin ik stukken graniet vond, toonden aan dat dit eiland tot de primaire aardvorming behoorde.

Het geheele achthoekige gebouw was verder omgeven door eene omloopende portiek van vier-en-twintig kolommen, deels van oostersch graniet, deels van marmer, en allen bekroond met standbeelden, die tegenwoordig verdwenen zijn.

Het heeft elf ijzeren klauwen om het graniet op den bodem der zee te grijpen, en meer vleugels en vliezen dan eenig insect, om den wind in de wolken te vatten. Zijn adem komt uit zijn honderd twintig kanonnen als uit groote klaroenen, en komt met den donder overeen.

Het graniet weegt tusschen 2,6 en 2,7; zoo ook gneiss, kwarts en schiefer. De dichtheid van lei is van 2,6 tot 2,9, van bazalt van 2,8 tot 3,1, van zandsteen 2,2, van marmer 2,6 tot 2,8, van gips 2,2.

Men kan deze golven niet zien zonder een gevoel van overtuiging, dat een eiland, ofschoon uit het hardste gesteente bestaande, hetzij porfier, graniet of kwarts, eindelijk voor zulk eene onweerstaanbare kracht moet zwichten en door de golven worden verslonden.

Nog heden ten dage kan men op een heuvel, door menschenhanden gemaakt, den hoogsten van alle van dezelfde soort, die men in dit land aantreft, een groot kruis van graniet zien staan. Op dit kruis is met de punt van een dolk een naam gegrift: Maroessia. De geheele heuvel heet de Koergane, dat is het graf van het meisje.

Acht zuilen van korinthische orde, uit een enkel blok oostersch graniet gehouwen, en zeven el hoog, dragen een bij uitstek rijk bewerkt entablement van kolossale afmetingen, dat in zijne overmatige versiering duidelijke sporen toont van het verval der kunst.

Men ziet te Rameses, op eenigen afstand van de legerplaats der werklieden, het standbeeld van den egyptischen monarch, die zijnen naam aan de stad gegeven heeft. Hij is voorgesteld, zittende tusschen twee beelden van graniet, en heeft beter de verwoesting der tijden kunnen doorstaan dan de stad zelve.

"Uitgebraakt graniet," zeide hij; "wij zijn nog altijd in het eerste tijdperk; maar wij stijgen! wij stijgen! Wie weet?" Wie weet? Hij hoopte dus nog altijd. Met zijne hand betastte hij den loodrechten wand, en eenige oogenblikken later hernam hij aldus: "Dat is gneiss! dat mica-leisteen! Goed! nu komen weldra de gronden uit het overgangstijdperk en dan...." Wat wilde de professor zeggen?

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek