Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 oktober 2025
En hoewel godgeleerden en wijsgeeren onderscheiden tusschen doelstelling uit behoefte en de bedoeling zich met iets te vereenigen, erkennen zij toch dat God alles terwille van zichzelf en niet terwille van de dingen welke hij scheppen wilde gedaan heeft; aangezien zij vóór de schepping niets buiten God weten aan te geven, terwille waarvan God gehandeld zou kunnen hebben.
Zelf ben ik onder het gehoor geweest van iemand, die bij uitstek zot was ik vergiste me, geleerd was, wilde ik zeggen : toen hij voor een zeer talrijk gehoor de geheimenis van de goddelijke drieëenheid zou uiteenzetten sloeg hij, om een proef te geven van zijn buitengewone geleerdheid en tevens de ooren der Godgeleerden te voldoen, een geheel nieuwen weg in.
Maar wij lezen ook, dat de Spaansche godgeleerden van de zestiende eeuw zóóveel verlichter waren dan die van andere landen, dat zij toegaven, dat hekserij slechts een begoocheling was; en de straf die zij toedienden aan hen, die er in geloofden, werd gegeven, omdat deze afdwaling in strijd was met de voorschriften der Kerk.
Toch zijn onder deze wetenschappen juist diegene het meest in eere, welke het dichtst onder het bereik van een gewoon menschelijk verstand m. a. w. van de Zotheid vallen. De godgeleerden hongeren, de natuurkundigen zijn in minachting, de sterrekundigen worden uitgelachen en om de professoren in de redeneerkunst bekommert zich niemand.
Doch in 1722 werd hunne vrijheid van geloofsbegrippen door de Hervormde Synode, uit vrees dat zij Sociniaansche stellingen zouden voorstaan, aangerand, door hunne 150 leeraars te dwingen tot onderteekening van eene verklaring omtrent de Drieëenheid, een leerstuk, niet door den Heer verkondigd, maar door Godgeleerden ontworpen.
Aant. 26, op bladz. 350, 351. De toestand der Kerk en des Volks. A. Al moge het oordeel van Godgeleerden, als boetpredikers, over den zedelijken toestand hunner tijdgenooten eenzijdig en overdreven geacht worden, toch is het een feit, dat in 1648 D^o. Adr.
De koning liet de hertogin verzoeken, terstond den staatsraad tot eene buitengewone zitting bijeen te roepen, die ook door een aantal bisschoppen, godgeleerden en priesters van onverdachte rechtzinnigheid bijgewoond moest worden.
Laten wij daarom ook, zoo gij het goedvindt, den lof, dien wij ons zelf toekennen, met getuigenissen uit de Heilige Schrift schragen of, zooals de geleerden zeggen, er een fundament aan geven, na eerst verlof aan de Godgeleerden gevraagd te hebben, dat het met hun genadig goedvinden ons geoorloofd zij; voorts, omdat wij een moeilijke taak aanvaarden en het misschien verkeerd zou zijn opnieuw de Muzen van den Helicon te roepen tot het ondernemen van zulk een lange reis, vooral daar de zaak minder bij haar thuis behoort, zal het misschien gepaster zijn te wenschen, dat, zoolang ik als Godgeleerde optreed en mij temidden van die doornen voortbeweeg, de geest van Scotus, die nog stekeliger is dan een stekelvarken of een egel, een tijd lang uit zijn Sorbonne in mijn binnenste zijn intrek neme en spoedig daarop weder verhuize, waarheen hij wil, desnoods naar de hel.
"Gij hebt alleen mijn voorschriften gevolgd, en volgens de getuigenis van kundige godgeleerden, is de dienaar nimmer verantwoordelijk voor de daden, welke hij op last zijns meesters bedrijft." Ludwig stond stil en wierp een smadelijken blik op den Jezuïet.
Zij kenden Jezus' moeder, maar wie hunner wist zoo wijsgeerig als onze Godgeleerden aan te toonen, hoe zij bewaard is gebleven voor de van Adam geërfde zonde?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek