Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juli 2025
Alles werd aan boord gebracht, wat daar geschikt voor was, en toen werd de Gjöa van onder tot boven nieuw geverfd en geölied. Ook al onze booten ondergingen een groote schoonmaak. Het kon immers wezen, dat wij dezen zomer "menschen" ontmoetten, en dan mocht niemand kunnen zeggen, dat wij, Noren, geen hart voor ons schip hadden.
Den 17den Augustus om vijf uur in den morgen gingen wij op de westkust van kaap Colborne voor anker. Dat was een merksteen op onzen weg, want nu hadden wij met de Gjöa het tot nu toe nog niet overwonnen gedeelte van de Noordwestelijke Doorvaart bevaren. Van nu aan voelden wij ons eigenlijk in druk bevaren water.
En ja, spoedig zagen we allen de sterrenvlag met de strepen. Hij had onze vlag gezien en herkend, dat was duidelijk. De stoom vloog om het schip; het had blijkbaar een motor net als wij, en kwam snel vooruit. Nu was het tijd om zich voor de eerste ontmoeting wat op te knappen. Vier van ons zouden aan boord van het andere schip gaan, en de vier anderen moesten op de Gjöa blijven.
Daar bijna ieder van hen de ziekte kreeg, moest er wel aan besmetting worden gedacht. Wij op de Gjöa bleven gelukkig vrij, maar wij namen ook onze voorzorgsmaatregelen. Tegen het spuwen hadden we een zwaren strijd te voeren. In dat opzicht zijn de Eskimo's al zoo erg mogelijk, en nu in den tijd van de verkoudheden was het natuurlijk vreeselijk. Onder onze leiding werd het wel beter.
Verder Peter Ristvedt, geboren te Sandsvär in 1873, die als assistent aan de proefvaart van de Gjöa in 1901 deelgenomen had en onze meteoroloog en eerste machinist was. Helmer Hansen, tweede stuurman aan boord, geboren in Vesteralen in 1870, die al menige reis naar het Noorden had gedaan. Gustav Juel Wiik, geboren te Horten in 1878.
Luitenant Hansen, Lund en ik waren al vroeg in den morgen op de Steenhoogte. Het ijs, dat zich hardnekkig was blijven vasthouden aan King Williamsland en westwaarts, was teruggeweken. Nu moest de poging gewaagd worden. De aftocht werd op den volgenden morgen om drie uur vastgesteld. Den 13den Augustus precies op dat uur draaide de ankerspil lustig op de Gjöa.
Den 29sten werd tot slot het geheele schip met zeildoek overtrokken; toen waren we volkomen klaar aan boord en konden wèl voorbereid den winter te gemoet zien. Den eersten October zag alles er wintersch uit. Het door den noordoostenwind tegen het schip gestuwde zeewater bevroor oogenblikkelijk en bekleedde de Gjöa met een dicht pantser.
De Eskimo's gingen immers dagelijks op de Gjöa uit en in; een blikje kan in het voorbijgaan gemakkelijk verstopt en in de kleederen geborgen worden. Nu ontbraken er dus eenige blikken. Ik riep den Uil en Umiktuallu en zei hun, dat hun landslui ons bestolen hadden en dat ik volstrekt de schuldigen aangewezen wilde zien.
Naar de ervaringen van den vorigen winter hadden wij ons gericht voor de verbeteringen op de Gjöa. Het winterdak over het schip heen was nu beter in orde, en we maakten er een bewegelijke deur in, waardoor wij als in een huis uit en in konden gaan. Dat had ook nog een ander voordeel; wij konden ons nu de Eskimo's beter van het lijf houden, wat soms zeer noodig was.
Ik leed aan mijn linkervoet, moest eenige dagen rust nemen en ten overvloede was het dépôt dezen keer geplunderd, zoodat we geen keus hadden en naar de Gjöa terugkeerden. Den 5den Juli trokken we er op uit voor een gecombineerde opmetings- en magnetische expeditie. Van allerlei kanten kwamen Eskimo's naar ons toe en we konden hulp krijgen, zooveel als we wilden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek