United States or Norway ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hickory is toch het taaiste hout van de wereld; onze schuivers waren van uitstekend amerikaansch maaksel uit Pensecola; maar in deze koude streken is toch esschenhout te verkiezen. Op een Zaterdagmiddag reed tot onze verbazing onze met vijf honden bespannen slede de haven binnen en hield met een mooien zwaai voor de Gjöa op, maar er was geen koetsier.

De verlichtingstoestanden waren dus aan het eind van den winter aan boord van de Gjöa ver van schitterend. Een photografeerlamp, een kompaslamp en twee lantarens, dat was alles, wat we hadden, en daarmee moesten we ons behelpen, zoo goed het ging.

Daar de Gjöa zeer beladen was, ging het niet snel voorwaarts. Daar alles vooruit in orde was gebracht, konden wij terstond onze vaste diensten geregeld waarnemen.

Maar die ijsbergen waren zoo groot, dat er de zee diep genoeg moest wezen voor ons schip. Kon het ijs door die straat heen komen, dan zou de Gjöa met groote voorzichtigheid hetzelfde kunnen doen. Dat was een bijzonder belangrijke ontdekking; de Noordwestelijke Doorvaart was dus daar niet afgesloten. Met de jacht zag het er in dezen herfst van 1904 twijfelachtig uit.

Wiik en Ristvedt woonden ongeveer twee jaren in het huis, genaamd de Magneet, en ze hadden niet willen ruilen met ons aan boord der Gjöa. Luitenant Hansen en ik woonden samen in de kajuit; maar het was zeer vochtig bij ons, en we moesten den geheelen winter door 's avonds groote stukken ijs uit onze kooien slaan.

Mijn keus van een schip viel op een in Tromsö thuis behoorend jacht, de Gjöa, dat in 1872 gebouwd was, zooals ik zei, op de werf van Rosendal te Hardanger. De eigenaar was de schipper Asbjörn Sexe van Haugesund. Nadat het lang op de haringvangst was geweest, voer het in de IJszee en had meermalen zijn deugdelijkheid bewezen.

De andere helft van de kamer was zoo verdeeld, dat Ristvedt zijn werkbank aan de eene zijde en Wiik zijn werktafel tot vastlegging der magnetische krommingen aan de andere had. De grond was met planken van kisthout en met rendierenvellen belegd. Het huis had ook twee vensters, een met uitzicht op de zee en een, dat naar de Gjöa keek.

Toen ik daarop toestemmend antwoordde, klaarde zijn gezicht op en wij drukten elkaar lang en hartelijk de hand. "Het doet mij buitengewoon veel genoegen, dat ik de eerste ben, die u mag welkom heeten na uw volbrachte Noordwestelijke Doorvaart." Hierop werden wij uiterst vriendelijk in zijn kajuit genoodigd. Het was geen groote ruimte, maar toch wel even groot als de kajuit op de Gjöa.

Toen we de boegseertros los wilden maken, brak die van zelf af en bespaarde ons dus moeite, en met volle zeilen voer de Gjöa nu vóór den wind naar het Zuiden en salueerde met de vlag een laatsten groet aan de vrienden tehuis. Lang keken wij de loodsboot na, lang wuifden we met onze mutsen en beantwoordden de toegezonden groeten. Nu eerst waren wij alleen, en de tocht was in allen ernst begonnen.

Groenland werd kleiner en kleiner en we zetten koers naar kaap Horsburg, den noordelijken ingang van de Lancastersond. Het weer bleef gelukkig stil en helder. Zooals de Gjöa nu beladen was, zou ze geen storm kunnen weerstaan. In de Lancastersond hielden wij de richting van den noordelijken oever, omdat ik besloten had naar Beechey-eiland te varen, om er een reeks magnetische waarnemingen te doen.