Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 november 2025


Dat maatzingen noemt het nederlandsche volk bepaaldelik uitzingen, en de man die het doet, is de uitzinger. En iemand, die gewoonlik met dat uitzingen belast werd, kon al spoedig den toenaam Uitzinger van zyne makkers hebben bekomen. Later kan die by- of toenaam gereedelik in eenen vasten geslachtsnaam overgegaan zijn.

De weiden en de heldere beekjes, de hagedoorn en de wilde roos, de leeuwerik en de nachtegaal dat is de stralende, vriendelike lenteschoonheid die de troubadour liefheeft, en gewoonlik verleggen ze dan ook hun scène's naar die soort tuinen, waar de ridderkastelen nu veelal van omgeven zijn.

Van daar de hedendaagsche geslachtsnamen in die streken, Bennink, Hilverdink, Ottink. Elders in Nederland, vooral in West-Vlaanderen, spreekt men dit ink als ynk uit, met lange i, en schrijft dan gewoonlik ynck; van daar de westvlaamsche patronymika Gellynck, Cnapelynck, Hallynck, enz.

Een grote, sterke kerel, mijn ou moeder, die naderhand in dit land is doodgegaan, mijn ou zuster, die nou nog leeft, maar in die dagen waar ik van praat, was zij kleiner dan ik. Allemaal bijmekaar waren we vier stuks in een rondavel. Op een avond waren we zoals gewoonlik gerust gaan slapen, toen ik in de nacht wakker werd door een geschreeuw en gedoe zoals ik nooit van te voren gehoord had.

Een bepaalde ruimte werd goed effen gemaakt en daarop kwam dan een laag van koeiemest en gehakt stro, die men liet verharden. Dit werd de dorsvloer. Het koren werd in een cirkel op de grond uitgespreid en dan werden binnen de omheining, die gewoonlik van dorenstruiken was gemaakt, eenige paarden losgelaten.

De oude Nederlanders schreven den uitgang ing gewoonlik als ingh en ook wel als inghe; b. v. coningh, oeffeningh, vergaderinghe, enz. En zoo schreven zy den patronymikalen uitgang van geslachtsnamen ing ook wel als ingh en inghe. By sommigen onzer hedendaagsche patronymikale maagschapsnamen is die oude form nog bewaard gebleven; b. v. by Abbingh, Bussingh, Coelingh.

Verscheidene Keltiese sagen behandelden b.v. de verhouding der mensen in zake de liefde betreffende, tot de onsterfeliken. Mannen die b.v. uit het land des Doods opgestaan zijn of mannen uit het onderaardse feeënland die een vrouw onder de sterfeliken liefhebben. Of, gewoonlik, feeën die sterfelike mannen hun liefde aanbieden.

De tegenhangers van deze namen, allen aan goede zaken ontleend, zijn de maagschapsnamen die uit woorden bestaan, waar mede slechte, onaangename, onbegeerlike zaken worden aangeduid. Zy formen eene kleinere groep dan de namen in de voorgaande § opgenoemd. Hun oorsprong is gewoonlik even duister als dit by genen het geval is, ja, nog duisterder.

In Friesland wordt de man die binnenlands vracht vaart, gewoonlik met een klein vaartuich turf uit de venen of zand uit »de wouden" naar de steden voert, en van daar stratendrek of andere meststof terug brengt naar heiden en venen, »skuteboer" genoemd. Dit woord vinden wy terug in den geslachtsnaam Schuiteboer, in de friesche gouen inheemsch.

Dit gold echter ook voor 't vervoer van een dode, waar de kleur dan ook meer geschikt was, naar 't mij voorkomt. Toch ging een trouwplechtigheid, vooral van lieden uit Kaapstad, niet geheel ongemerkt voorbij. Op de avond van de dag, dat men, zoals het heette »voor Commissarissen" geweest was, gaf men gewoonlik een soupee, dat het »Commissaris Maal" heette. Dit soupee werd met een bal besloten.

Woord Van De Dag

kohlers

Anderen Op Zoek