Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
Heel late in den morgen werd ze wakker. Ze was gestild. Ze herinnerde zich seffens wat er gebeurd was, en 't en wekte in haar geen buitengemeene aandoening. Hare gedachten waren verdraaid naar nieuwe richtingen: ze had, docht haar, deze leelijkheid al lange aangenomen. Als ze in de eetkamer binnenkwam, zag ze Ursule heel bleek en thoopegedrongen in een leunstoel zitten.
Het is noodeloos al de verwenschingen van mijn oom mede te deelen, toen hij de tafel niet gedekt vond. Alles werd opgehelderd. De goede Martha kreeg hare vrijheid terug. Zij liep naar de markt en repte zich zoo, dat mijn honger een uur later gestild was en ik weder besef kreeg van onzen toestand.
Maar ten jare 1586, kort nadat Fidé-Yosi de onlusten onder de monniken van Japan had gestild, kwamen hem vreemde tijdingen ter oore, die hem al zijne aandacht op het eiland Kioe-Sioe deden vestigen. Destijds was de handel van Japan met de aziatische havens aan geenerlei beperking onderworpen.
De woede van dit monster kon enkel gestild worden doordat men het een Helle-koek gaf, waaraan zij nooit gebrek hadden, die altijd aan de behoeftigen brood hadden geschonken. Luid blaft Garm, Voor het Gnipa-hol. Saemunds Edda.
Zij maakte, zei hij, zekere teekens over de wond, en herhaalde zekere geheimzinnige woorden, welke hij God dankte, dat hij niet verstond, en dadelijk ging de ijzeren punt van den schicht van een armboog uit de wond los; het bloeden werd gestild; de wond sloot zich, en de stervende liep binnen een kwartier weder gezond op de wallen, en hielp den getuige een steenslinger besturen.
Wij achten 't waar; gij hebt onze' angst gestild; Geeft gij aan and'ren de' arm, en ons de mouw, Toch voert ge ons om en rond, zooals ge wilt. Keer tot haar, zwager; deernis hebt gij toch! Troost, kus haar, noem uzelf haar trouwe man; Een weinig huich'lens is een vroom bedrog. Als zoete vleitaal twist bedwingen kan.
Wanneer hun honger gestild was, begonnen ze te verhalen van hun tochten, hoe ze op de schuimende zee hadden gezwalkt en te voet door het brandende zand der woestijnen getogen waren. Ze hadden het over de wreedheid der heidenen, over de Kribbe en het Heilig Graf, en gaven den kleinen jonker schelpen van hun mantel. Dikwijls onthaalde de burchtheer zijn oude wapenmakkers.
Zoo gingen de uren voorbij en vergaten wij beiden, dat wij geen toekomst voor ons zagen, en had Charis haar honger gestild, en haar dorst gelescht aan een beek en toen, van ons spel moede, zich neér gelegd in het vliegjes-doorzoemde lommer, waar ik, in het mos gelegerd, had gewaakt over haar sluimering.
Zoo was, door de kloeke welberadenheid van één man, eene beroerte gestild, die de schromelijkste gevolgen had kunnen hebben; en dat, zonder dat er een droppel bloeds vergoten was. In de gracht. Nog steeds staan wij aan den IJkant, waar wij ons aan het slot van het vorige Hoofdstuk bevonden.
Hoewel mijn dorst nog niet geheel gestild was, had ik toch eenige kracht herkregen. De tot nu toe samengetrokken keelspieren werden ontspannen, de ontsteking mijner lippen was verzacht. Ik kon spreken. "Wij kunnen nu," zeide ik, "nog slechts één besluit nemen; wij hebben gebrek aan water: wij moeten op onze schreden terugkeeren."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek