Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Terzelfder tijd hoorden wij een aanhoudend gerucht, niet ongelijk aan het geknetter van een verwijderd geweervuur, terwijl wij duidelijk steenen van verschillende soort konden onderscheiden, die door de lucht vlogen en na herhaaldelijk tegen de rotsen gestooten te hebben, eindelijk in zee vielen.

Het wordt stiller en luidloozer, geen menschenstem, geen gerucht anders dan dat van de pikkende duif. Dit is zoo een volkomen geluk, een helder gaan van gedachten bij de onbewogen schaduwvormen, in de rust.

De Mohammedanen vielen, nadat het gerucht was verspreid, dat een Parsi hun moskee had ontwijd, de wijk aan, waar hij woonde, en een oude, onschadelijke priester werd gedood op den drempel van de kamer van het Vuur met den veronderstelden dader van de ontheiliging. De troepen maakten een charge en de orde werd met moeite hersteld.

Uit aller monden klinkt het oude populaire lied van den Doudou, dat, gevoegd bij de schelle tonen der muziekkorpsen en hoog in de lucht geaccompagneerd door het klokkenspel, dat de beroemde wijs door de ruimte doet schallen, de gansche stad tot de verste wijken met een gerucht van feestvreugde vervult, dat niet verflauwen zal zoolang de strijd duurt.

Hij deed zich derhalve, op vijf-en-twintigjarigen leeftijd, nog als student inschrijven aan eene andere universiteit. Ook dáár woei het gerucht van zijn opera-avontuur hem wel na maar och! niet tot zijn nadeel.

Toen zij echter de reden van het gerucht vernamen, maakte hun onrust plaats voor uitbundig gelach. "Hoe nu, Gil Blas," zei een van hen, "je bent nauwelijks een paar uur bij ons en wil je ons nu reeds verlaten? Gij schijnt wel een vreeselijken afkeer te hebben van afzondering en ge moet er maar nooit aan denken Karthuizer monnik te worden.

De vuurmaker stopt het stoomtuig; hij ontneemt aan de mekanieken hunnen adem en hun leven ... en op het ontzaglijk gerucht, op het zinverdoovend geraas volgt de stilte der eenzaamheid en der rust....

Hij had geen tijd om het te beklagen, want gerucht van stemmen en gekraak van takken vervulden de open plek van het bosch. Een menigte menschen naderde. 'Nu zullen wij lachen, zeide Windekind. Daar kwamen zij aan, de menschen. De vrouwen met manden en parapluies in de hand, de mannen met hooge, rechte, zwarte hoeden op. Ze waren meest allen zwart, erg zwart.

Het gerucht, dat uit den val der steenen op de daken ontstond, verschrikte de verborgene lieden zoozeer, dat zij den kelder in allerijl verlieten, hem toesloten, de stadspoort uitvloden, en uren en uren verre bleven gaan, vooraleer zij zich in veiligheid dorsten wanen. De arme man werd eerst na achtenveertig uren uit den kelder geholpen door voorbijgangers, die zijn gekerm hadden gehoord.

Bevend van angst, dat hij Gijsbrecht zou ontdekken, hield Fulco de hand aan zijn zwaard, met het stellige voornemen, den man voor eeuwig het zwijgen op te leggen, zoo hij gerucht maakte. Gelukkig was zulk een krachtige maatregel niet noodig. De wachter bemerkte niets van het bedrog. Het waren immers dezelfde menschen, die hij eenige uren geleden had binnengelaten?

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek