Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 september 2025


Als gij, edele vrouw, baste diep de Archigal, die, reuzig, torende voor de twee vrouwen; dit heilige beeld, dat gesneden is naar het oerheilige Beeld van Pessinus, gekust hebt, zult ge onkwetsbaar zijn in de arena. Werkelijk? vroeg Nigrina, maar even bijgeloovig. En de Gallen, die het opene kastje in de handen hielden en de godin vertoonden, zongen met hun hooge, schelle falsetten:

Catius Silius Italicus, rom. dichter en redenaar, 25-100 na C., was in 68 consul en later stadhouder van Asia, en wijdde zich daarna op zijn landgoed aan de letterkunde. Hij schreef een epos, Punica, in 17 boeken, dat in 1415 te St. Gallen ontdekt is en over den tweeden punischen oorlog handelt; het verraadt wel studie, doch weinig genie.

Zij schaterlachte op dit oogenblik, haar blik volgende Nigrina's wijzing. Zij had zich vermomd met een blonde pruik, de pruik der courtizanen, opzettelijk van vlas en grof, zoo dat het kapsel als een hoed meer dan als een haardos heur rond, wit gelaat omgaf en twee grove, groote, valsche bloemen met glasjuweel bevestigd, waren bonte plekken aan hare slapen. Zij droeg een verkleurde, opzettelijk gescheurde, korte, gazen tuniek en voor den regen had zij een donkeren mantel omgeslagen, die nu was afgevallen. Zij was jonger, fijner, vrouwelijker dan Nigrina; zij bleef zelfs in haar gewilde meidekleedij bijna jonkvrouwelijk en van een lieflijkheid, die nòg patriciesch was in deze omgeving: het was of zij moeilijker dan Nigrina gemeen-weg hare worstjes zoog, haar wijn uitslurpte maar nu keek zij toch ook naar de gemeene Gallen en zij lachte, zich behaagziek leunende tegen Nigrina aan en giechelend fluisterende met haar vriendin, die teederlijk over haar boog. Maar het luide woord van Nigrina scheen onvoorzichtig te zijn geweest, want de Gallen, aangehitst, riepen met schelle stemmen: Zoo als jij geen vrouw bent, manwijf van de arena, vechtbazin, mirmillo zonder dìt maar met d

Ja, de goden hadden veel te verduren van hun onwaardige schepsels, van die gemeene Gallen en dan van die schijnheilige Christenen, die strakke smoelen, zoo als er daár en daár zaten en altijd smoesden met elkaâr en die nu noòit eens vroolijk waren! Buiten regende het in éenen door.

De beide mannen smoesden, de gezichten dicht bij elkaâr; naast hen zongen, met halve stem, de Christenen een vroom gezang, dat zich verloor in het schreeuwen en schelden en het gillen en galmen der Gallen en het ironiesch ezelbalken, achter het luik....

Neen, jullie juist zijn cinædi, schold razend de adulescens terug. Jullie wringen je heupen en doen als obscene jongentjes, als die Gallen daar doen, maar wij blijven altijd kunstenaars, kunstenaars-van-het-woord; wij blijven altijd hoog-komiek! Wij loopen niet met Priapus te koop, als jullie doen! Wij werken niet op de lage lusten van het publiek als jullie met je bokkensprongen!

De Alexandrijnsche verdween, met haar geldkistje tegen den boezem.... Nilus vermaande, streng, de Gallen. Of zij nu eindelijk hun bek zouden houden, of iedereen nu slapen zoû gaan. Met een laatste, verre kèf-kèf-kèf-kèf, buiten, van een hond, die niet uit wilde scheiden, verstierf het lawaai.

De Rijn maakt de scheiding tusschen de Germaansche en Romaansche volken. Steeds hebben de Romaansche Franken en Gallen getracht de oevers van den Rijn te bemachtigen. Een korten tijd is dit den Franschen gelukt, onder Lodewijk XIV. De Duitsche vorsten waren na den reformatietijd onderling zeer verdeeld.

Van het Toeval, van de godin der Toevallige Fortuin, Fors Fortuna, moest je het hebben als leno.... Gisteren had ze hem nauwelijks toe gelachen. Hij riep naar binnen. De meiden, slaperig, kwamen. Zij waren ongekapt: doeken om de schouders, begonnen zij den dag, onwillig als de Gallen, die daar ginds, om hun ezel, loom verdwenen in het zon-doorpoeïerde stijgend verschiet van de straat.

Een dief, die mèt hem was.... meende de slavenkoopman. De dief? Neen, deze slaaf hier!! was de voller bijna zeker. Neen, de dièf!!! schrilden de Gallen. Dus hij....? riep het uit de slagers en warmoeziers. .... zoû onschuldig zijn....?? klonk het overal. .... Sst! De verklikkers.... fluisterde het. De verklikkers! De verklikkers....! Allen zwegen.

Woord Van De Dag

weledl

Anderen Op Zoek