United States or Sweden ? Vote for the TOP Country of the Week !


De geluiden drongen nu slechts vaag en zacht tot mij door, op een vreemde wijze weerklinkende. Het laatste gezegde dat ik in de rue Dauphine opving, was dat van juffrouw Gabin: "Zachtjes, voorzichtig! Pas vooral op bij den tweeden trapleuning, want die houdt niet". Men droeg mij weg en ik kreeg de gewaarwording alsof ik in zee werd geworpen en de golven hoog om mij opspatten.

De minuten gingen voorbij. Een oogenblik was er een leven aan de deur, dat ik mij niet verklaren kon. Men zou gemeend hebben het binnenbrengen van een voorwerp, dat stootte tegen den muur, terzijde van de smalle trap. Aan het vernieuwde snikken van Marguerite begreep ik: het was de doodkist. "Ge komt te vroeg", zei juffrouw Gabin, iet of wat wrevelig. "Zet haar maar achter het bed".

De dame achter de toonbank lachte eens. Ik boog mij dieper over de courant, die ik met bevende handen vasthield. "Natuurlijk loopt dat op een huwelijk uit", hernam juffrouw Gabin. "Ik heb echter, dat kan ik u verzekeren, niets gezien, dat minder netjes was. De kleine beweende haar echtgenoot en de jonge man gedroeg zich in alles bescheiden en beleefd. Gisteren zijn zij vertrokken.

Alleen tegen den morgen had ik een zuiver begrip van de personen en dingen rondom mij. Het geknerp der jalousiën wekte mij uit mijn verdooving. Juffrouw Gabin had het venster geopend. 't Moest ongeveer zeven uur zijn, want ik hoorde het geroep der venters in de straat, de schelle stem van een meisje dat vogelkruid verkocht en het schorre geschreeuw van een ander, die "wortelen" riep.

Ongetwijfeld was hij dien dag al verscheidene trappen op en af geweest. Daar de lamp de kamer maar flauwtjes verlichtte, vroeg hij: "Is het lichaam hier?" Marguerite was bevende opgestaan. Juffrouw Gabin had Dédé buiten de deur gezet, daar een kind niet overal bij behoefde te wezen; zij deed ook alle moeite mijn vrouw naar het venster te krijgen, teneinde haar het onaangename gezicht te sparen.

Zoo redeneerende beproefde ik mijzelven geduldig te stemmen. Uren verliepen. Juffrouw Gabin had haar dejeuner medegebracht. Marguerite weigerde echter ieder voedsel. De namiddag ging voorbij. Door het venster daalden de geluiden uit de rue Dauphine naar binnen. Eenige beweging aan den koperen kandelaar, die op het marmeren waschtafeltje stond, deed mij vermoeden dat men de kaars verwisselde.

Dank zij mijn tengere gestalte lag ik overigens heel goed, verzekerde men. "Wacht", riep juffrouw Gabin, "ik heb zijn vrouw beloofd hem een kussen onder het hoofd te leggen". De mannen hadden echter haast, zij frommelden het kussen onder mijn hoofd en smeten het laatste ruw neer. Een van hen zocht vloekend zijn hamer. Men had dien beneden laten liggen en moest hem dus gaan halen.

"Daar is mijnheer Simoneau al," zei juffrouw Gabin, de kamer weer binnentredende. Hij duwde de deur zachtjes open. Marguerite barstte opnieuw in tranen uit. De tegenwoordigheid van dezen vriend, den eenigen man, dien zij kende, wekte opnieuw haar droefheid op. Hij beproefde niet haar te troosten.

Plotseling scheen zij door een wilde angst te worden aangegrepen, zij liep weg, een stoel omstootende. "Hij is dood, mama, hij is dood!" Eenige oogenblikken van diepe stilte volgden. Marguerite, doodelijk vermoeid in haar fauteuil liggende, schreide niet meer. Juffrouw Gabin zwierf aldoor door de kamer.

Ik was niet zwaar, iets wat hun zeer aangenaam was, daar zij drie trappen met mij moesten afdalen. Toen zij mij bij de schouders en de voeten opnamen, werd juffrouw Gabin plotseling boos. "Zoo'n duivelsche meid!" riep zij uit, "die moet overal met haar neus bij zijn...... Wacht, ik zal je leeren door den kier van de deur te kijken".