Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
»6 Maart 1822. Ik ben weer terug van het kommando. Ik en Gert hebben met onze vrienden 26 weken achtereen op het kommando gestaan, om de oproerige kaffers in toom te houden.
Deze zaak werd reeds in een vergadering besproken, toen velen uwer nog met de wagentrek aan de andere kant der bergen waren. Toen werden drie mannen genoemd, namelik Gert Maritz, Hendrik Potgieter en ik zelf.
Gert Maritz bood toen aan, om met enige vrijwilligers het vee weg te brengen, en zei dat hij wist, dat zij misschien nimmer zouden terugkeren, maar dat het beter was het leven van enige mannen te wagen, dan de gehele trek in gevaar te brengen. Piet Retief was echter onverzettelik. De meerderheid van de vergadering boog voor zijn wil, en zijn voorstel werd aangenomen.
Wij telden slechts drie en dertig weerbare mannen, over verschillende punten verdeeld, om de vijand tegen te houden; maar wij werden door de vrouwen en kinderen krachtdadig bijgestaan. De vrouw van Gert Maritz met haar dochter stond aan zijn zijde.
»Maar geef ons eens gauw een paar flesschen wijn," bestelde Gert, de tweede der broeders, »want we hebben dorst, en breng onze achterrijders, die buiten bij de paarden staan, ook een flesch." De meester-kellner brengt met bekwamen spoed het bestelde, en plaatst het op een nog onbezet tafeltje. »En hoe maak je 't hier?" vraagt Hans, de derde der broeders.
Vier der onzen waren reeds gevallen, en verscheidenen waren gewond, toen wij een troepje ruiters dicht bij ons lager zagen verschijnen. Het was Gert Maritz met zijn twaalf mannen. Ook de vijand zag de ruiters, die nu in volle vaart op hem afkwamen. Hij scheen een ogenblik te aarzelen, maar liet toen af, en vluchtte in zuidelike richting weg. De strijd was echter niet geëindigd.
Gert kwamen de tranen in de oogen, toen hij den arm opnam, maar ik begon te lachen, want ik had in dien arm altijd zoo'n koppige rheumatiek gehad, en ik dacht, dat ik daar nu wel geen last meer van hebben zou." De lezer kijkt van de geel geworden familiebladen even op. Hij heeft den schrijver, zijn grootvader, goed gekend.
Kijk maar, Gert, hij heeft die groote, leelijke wrat, nog op zijn rechter ooglid!" De zeeman knauwt driftig op zijn tabakspruim, en kijkt den hoogen boord met schuine blikken aan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek