United States or Bahrain ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het schouwspel dat juffrouw Durgon aanbood, den weg afhollend, met de geheele correspondentie van dien dag in de hand, bracht het kuiken, dat in bezit was van den jongenheer Skelmersdale, tot nadenken. Het bleef één oogenblik besluiteloos staan, en wendde zich toen naar het open hek van de plaats van Fulcher. Dit oogenblik was noodlottig.

"Dat zou 'n tijger zijn," zei Fulcher. "Nog erger dan 'n tijger," zei Witherspoon. Toen Skinner eindelijk het eenzame voetpad volgde over het glooiende veld dat Hickleybrow scheidde van de sombere vallei, die overschaduwd werd door pijnboomen, in welker donkere schaduw de reusachtige kanarie-kruid-kruipplant in stilte zijn strijd uitvocht met de Proef-Hoeve, volgde hij het alléén.

"Zoo!" zeide Fulcher. "Nou, een gedeelte van die geschiedenis is door het dak van mijn stal komen zakken, en één hoofdstuk heeft een gat gestooten in de broeibak van de domineesche neem me niet kwalijk Broeik

Hij lachte met een uitstekend nagebootst air alsof hij zoo maar wat zei. Doch er kwam een peinzende uitdrukking op de gezichten der Hickleybrowers. Fulcher was de eerste die aan hun aller, steeds helderder wordende gedachte den concreten woorden-vorm gaf. "'n Kat, die past bij die kippe' " zei Fulcher. "Net zoo!" zei Witherspoon, "'n Kat die past bij diè kippe'."

"Hij zou wel teruggekomme zijn as d'r iets niet in den haak was." zei de jonge Fulcher, en dit leek zóó voor de hand liggend en afdoend, dat een oogenblik later de oude Fulcher zei "kom," en zij alle drie naar huis en te bed gingen ik moet toegeven, wel wat nadenkend...

"D'r ith vandaag toch niksth an de hand geweetht met een van die groote wepthen?" vroeg hij, met een bestudeerde losheid van manier. "Veels te druk geweest met je kippe," zei Fulcher. "Ik vertrouw dat the nou toch al wel binne thulle thijn, ?" zei Skinner. "Wat de kippe?" "Ik dacht an de wepthe," zei Skinner.

"Je 'ebt toch nikth ge'oord van juffrouw Thkinner?" vroeg hij toen het even stil was. "Nee, dat niet!" zeide Witherspoon. "An haar hebbe we niet gedacht. Trouwens an jou evenmin, hoor." "Ben je vandaag dan niet thuis geweest?" vroeg Fulcher, over zijn bierpul heen.

Toen later de beide Fulchers en Witherspoon, aangevuurd door hun eigen verbeelding, den heuvel beklommen, en naar hem uitstaarden, had de nacht hem geheel verzwolgen. De drie mannen stonden dicht bij elkaar. Er kwam geen enkel geluid tot hen vanuit de duisternis van het bosch, dat de Hoeve aan hunne oogen onttrok. "'t Zal wel in orde zijn," zeide de jonge Fulcher, een lang stilzwijgen verbrekend.

Zij vonden boven op den heuvel een klein troepje mannen met een geweer de beide Fulchers waren er onder anderen ook bij en een man, een vreemde uit Maidstone, stond een paar pas vóór de anderen en nam het terrein op door een tooneelkijker. Deze mannen wendden zich om en keken verbaasd naar Redwood's troep. "Iets nieuws?" zeide Cossar. "De wespen vliegen af en an," zei de oude Fulcher.