Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juli 2025
Vervelend zou ik voorzeker worden, M. H.! wilde ik hier uiteen zetten, hoedanig zulk eene stelselmatige beoefening der talen, in al hare deelen, behoort te worden ingerigt. Het is ook voor mijn oogmerk genoeg, U op eenige belangrijke punten te wijzen, bij de grammaticale beoefening van het Friesch, mijns oordeels, vooral te pas komende.
Nog heden is my een huis van dien naam, en dat ook de afbeelding van zulk een werktuich in den gevel voert, te Leeuwarden bekend. Maar wat is een brouhamer? Met brouen, bierbrouen, heeft deze hamer niets te doen. Het woord breeuen, dat is: de naden van een schip dichten, heet in het Friesch brouen.
De geslachtsnaam Amesz is het patronymikon van den ouden, by Förstemann als Amo, by Leendertz als Ame vermelden mansvóórnaam, waarvan ook de geslachtsnaam Amama een friesch patronymikon is.
Hij had de pelsmuts diep over de oogen getrokken en zijne handen zaten in de wijde zakken van den nog wijder broek van dik friesch laken gemaakt. Een lederen riem om zijn middel met een mes er aan, doen ons dadelijk bemerken, dat we met een jong matroos te doen hebben. 'T was koud en guur, zeiden we zoo even, en dat kon men den jongen wel aanzien ook.
Zie hierover onder anderen Friesch Jierb. 1833. Oersicht § 4. Op Bladz. 66, 281 tot 372, komt meermalen in den 2den en 3den naamval voor: Karel den Groote; ook Lodewijk den Vrome, Godvruchtige, Jongere, Karel den Dikke, den Kale; men voege achter 't bijv. naamwoord eene n.
Eene byzondere wyze om bot te vangen, is in sommige oorden van ons vaderland gebruikelik, vooral op de slikkerige gronden buitendijks, in onze wadden, riviermonden en zeegaten. De visscherman schuift over die gevaarlike gronden met eene vlakke slede, de botsleê, in het Friesch kraite genoemd. Aan deze eigenaardige visschery is de maagschapsnaam Botschuyver ontleend.
Ook de maagschapsnamen Veerman en De Veirman behooren in deze afdeeling. En naar myne meening is dit ook het geval met den geslachtsnaam Schuttevaer. Immers meen ik dezen naam te moeten houden voor eene verbastering van het oud-nederlandsche woord Scutevarer, schuitevaarder, of, in het Friesch skutefarjer.
En, indien een Friesch meisje al de fijnheid en de ingeboren aristocratische allure van haar ras op het voordeeligst wil doen uitkomen .... dan zet ze een oorijzer op, met een fijne kap en de diamanten speld op het voorhoofd, dan doet ze kleurigzijden jurken aan, het prachtige kanten schortje voor, en witte kousen met lage schoentjes aan.
Was het een geluk voor den staat, dat de later zoo beroemde MICHIEL ADRIAANSZ. DE RUYTER zich in 1652 eindelijk liet bewegen, in 's lands dienst te treden en, als Vice-kommandeur op eene vloot van 30 schepen, 60 koopvaardijschepen te geleiden en te beschermen tegen de Engelschen, op dien eersten togt blonk, als het eerste dappere bedrijf, de heldhaftigheid van een Friesch Kapitein uit.
Deze doek is altijd rood, van friesch bont, en wordt met spelden vastgezet. Bij de bruid is die doek wit. Daarover gaan twee roode baaien rokken en een gestreepte katoenen rok. 's Zondags komt er nog, over die roode rokken, een derde bij. Daarover de zwarte plooitjes-rok, van voren glad, van achter geplooid. Door de week is deze geheel effen, zonder plooien.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek