Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juli 2025


Van dezen besloeg ons tegenwoordig Friesland er twee, en een deel van het derde Zeeland. Friesch Jierb. 1834, § 5; voorts West. Jaarb. I. 211, en de daar aangehaalde Schrijvers. Wiarda, Von den Landt. d. Fries, b. Upstalsboom, 3 Abschnitt; Meng. Leeuw. Cour. 4 Oct. 1831. Bl. 67. Ao 910. Westerman heeft enz.

Afkeerig van allen dwang en met fierheid elke poging tot hunne overheersching verfoeijende, trokken zij, onder de kreet: »Wij sterven liever als vrije Friezen dan ons aan een vreemden heer te onderwerpen!" den vijand tegen, ten einde »vrij en friesch, met lijf en goed, de vrijheid te beschermen, en alle vreemde landsheeren eendragtelijk tegen te staan."

Trouens, d' overeenkomst tusschen westvlaamsch en friesch is, ook in menig ander opzicht, merkweerdig groot. Naast den westvlaamschen geslachtsnaam Bellynck hebben wy den frieschen maagschapsnaam Bellinga.

Als beginletter spreken zy, en schryven dus zeer te recht ook, eene f, waar de Hollanders en andere Nederlanders eene v noemen; nederlandsch vrede = friesch frede; nederl. vel = fr. fel, enz. Maar zoo wy Vitringa al tot Fitringa maken, dan komen we geen stap nader tot oplossing van de vraag, welke mansvóórnaam ten grondslag ligt aan dezen vadersnaam.

Zoo had men dan ook in Friesland niet de verdeeling in bijzondere rangen, als Graven, Hertogen, Baronnen en Heeren, , maar alleen den rang en titel van Friesch Edelman, den hoogsten rang en titel, welken men voeren kon en wilde.

De in Holland voorkomende geslachtsnaam Japikse heeft ook half en half een friesch voorkomen, in zoo verre Japik heden ten dage een meest friesche verbastering is van den naam Jacob, en men by dezen naam als van zelven aan den naam van den grooten frieschen dichter Gysbert Japicx denkt.

Langer dan drie weken werd deze stad vruchteloos belegerd, en zij gaf zich niet over, vóór de aanzienlijkste edelen van Oostergoo en Westergoo met WILLEM van Oostervant in het leger een verdrag hadden gesloten, waarbij ze zijnen vader wel tot Heer aannamen, en hem toestonden sloten en burgten in het land te bouwen en overheden aan te stellen; doch waarbij ze tevens uitdrukkelijk bedongen, dat de Friezen hunne goederen vrij zouden blijven bezitten, dat zij tot geene heervaart buiten 's lands zouden verpligt zijn, dat hun veiligheid van personen en goederen verzekerd werd, dat ze hun eigen Friesch regt zouden behouden enz.

Te vergeefs zal men bij eenig Friesch Schrijver die eilanden, dus genoemd, zoeken, maar wel vindt men, dat eertijds Westrachia Westergo, en Austrachia Oostergo beteekende. Winsemius bevestigt zulks op den jare 728, toen Karel Martel Oostergo en Westergo plonderde en verwoestte.

De bodem moet eene breedte van 20 M. bij eene diepte van 2.40 M. onder Friesch zomerpeil verkrijgen, terwijl voor de onteigening is te rekenen op eene latere verbreeding van het kanaal met 10 M. Te Piaam is eene schutsluis te bouwen van 8 M. wijdte met 2.50 M. diepte op den slagdrempel en 50

Maar fonetische overeenkomst behoeft niet noodzakelijk door gemeenschap van herkomst te worden verklaard. Het Friesche taaleigen. Thans is het Friesch gebied heel wat ineengekrompen.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek