United States or Mauritius ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bl. 67. In den jaare 910. Te regt klaagt de Heer West. bij den aanvang van het tweede Perk des Jaarboeks, als ook de Schrijver van den Tegenwoordige Staat van Friesland, over de weinige bijdragen en den schralen oogst, welke de geschiedenis van Friesland ons in de tiende en elfde eeuwen oplevert.

Van dezen besloeg ons tegenwoordig Friesland er twee, en een deel van het derde Zeeland. Friesch Jierb. 1834, § 5; voorts West. Jaarb. I. 211, en de daar aangehaalde Schrijvers. Wiarda, Von den Landt. d. Fries, b. Upstalsboom, 3 Abschnitt; Meng. Leeuw. Cour. 4 Oct. 1831. Bl. 67. Ao 910. Westerman heeft enz.

In 't korte machtigh goet. magh ick u maer genieten*, Ick sal in uwen schoot geheele schatten gieten, 910 Dit wout, dit vruchtbaer lant, soo ver u oogen sien, Dat sal u eygen zijn, en ick noch boven dien. Ick die een dochter ben van edel bloet geboren, Heb u, door enckel gunst, voor alle mans verkoren.

In den jaare 910, als Staveren haaren Koophandel in vreemde gewesten wyd en zyds verspreide, en haar recht tot de Heeselpoort van Nieumegen uitstrekte, waar van noch ten huidigen dage in een steen uitgehouwen staat, in het latyn: Dus verre is het Recht van Staveren, doe verbrande aldaar de kerk, toegewyd aan de Moedermaagd Maria, staande in 't westen der stad, daar men ging naar 't klooster van Odolf.