Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juni 2025
"Freisheim!" zeide de Prins tot zijnen page, toen hij, na een geruimen tijd gereden te hebben, eenige oogenblikken stil stond. "Wij moesten eens om het zeerst naar gindschen molen rijden, hé?" "Uwe Hoogheid zij indachtig, dat er gevaar bij dien rit is. De molenslooten zijn dikwijls met wakken." "Wij kunnen er over het veldijs naar toe," antwoordde de Prins.
Prins Willem Hendrik, die een aartsliefhebber van schaatsenrijden was en zich gaarne op den Vijver voor het Binnenhof met die kunst vermaakte, had zich met zijn goeverneur, zijn page Jan Theodoor Baron van Freisheim, zijn kamerdienaar en eenige lakeien naar het veldijs begeven, reeds zwart van de menigte van schaatsenrijders; niet om de vlugge wendingen aan te zien, maar om zelf zich met rijden te vermaken.
Toen Pieter werd aangediend, zat de Baron van Freisheim aan de tafel en las den Prins iets voor. "Nu zal Uwe Hoogheid zich weer vermoeien," zeide deze. "Laat den knaap morgen of overmorgen terugkomen." "Het zal mij niet vermoeien, Freisheim," gaf de Prins ten antwoord. "Integendeel, het zal mij afleiding bezorgen."
"Het schijnt, dat de heer De Witt Uwe Hoogheid van hare vermoeienis van hedenmorgen genezen heeft," zeide de binnenkomende page min of meer spottend. "Men heeft er behoefte aan, Freisheim, hen na te oogen, die het goed met ons meenen," antwoordde de Prins bedaard. "Hij het goed met Uwe Hoogheid meenen?" hernam de page met een ongeloovig schouderophalen. "Beter dan gij misschien denkt, Freisheim.
Freisheim, die nog een eind voortgereden was, voegde zich bij hem en zeide op vroolijken toon: "Uwe Hoogheid schijnt van den rechten weg te zijn afgedwaald." "Stil, Freisheim!" antwoordde de Prins stroef. "Het geldt hier twee menschenlevens." De toon, waarop de Prins deze woorden sprak, deed den page zwijgen. Hij begreep, hoe ontijdig zijne scherts was geweest en bleef ook onbeweeglijk staan.
Inderdaad, Uwe Hoogheid! als onze lieve Heer het niet had verhoed, dan had ik hem mogelijk doodgeslagen; want dat sarren kan ik niet velen." "Dat is nog een soort erger dan ik, dien Uwe Hoogheid zoo dikwijls om mijne drift beknort," fluisterde Freisheim weder. "Foei, Pieter," zeide de Prins, "het is zeer zondig, om zoo aan zijn toorn toe te geven.
Doch zich bedenkende, voegde hij er kalmer bij: "Men heeft u verkeerd onderricht, Uwe Hoogheid! Hij had twee andere jongens bij zich en tegen de overmacht kan de beste het niet uithouden." Freisheim, die achter Willems stoel was gaan staan, fluisterde den Prins op satirieken toon toe: "Ook al een driftkop, Uwe Hoogheid! Ik ben dus de eenige niet!"
"Een goede, trouwe kerel, niet waar?" hervatte hij tot Freisheim, terwijl hij den kamerdienaar naoogde. "Hij zou zijn leven voor mij laten." "Eilacy! Niet meer dan een staaltje van zijn devoir," antwoordde de page. "Wij allen zouden dat doen, indien het noodig was." "Ik hoop zulk een sacrifice nooit van u te behoeven, Freisheim," antwoordde de Prins.
"Een mooi compliment voor mij," gaf de baron eenigszins scherp ten antwoord, "die mij nog al uitsloof om u te occupeeren. Ik kan dus wel heengaan." "Blijf, Freisheim," zeide de Prins met iets gebiedends, maar tevens ook iets verzoekends in zijne stem, en, als speet hem dat korte woord, voegde hij er bij: "Altijd dezelfde driftkop. Wanneer zult gij toch eens leeren uwe drift te betoomen!"
De baron Van Freisheim is sedert den 27sten April als vendrig in dienst van den Staat. Hoeveel de Prins steeds van dezen hield, getuigen nog zijne aan den jongen baron gerichte brieven, waarin zijne Hoogheid den lossen Freisheim menige vriendelijke vermaning geeft.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek