Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
Een juichkreet ging by de Hollanders op: er naderde een nieuwe bondgenoot met versche krijgers, »en daar begonste van niwes een groote strijt, want die vechters sloegen elc anderen ter neder, harde manlicken, om den seghe te vercryghen."
Daarom vroeg hij eene tijdelijke belasting van twee stuivers grooten «up elc hoet zouts.» De Gentenaars weigerden, en de hertog verliet de stad met het vast besluit van er geenen voet meer in te zetten, vooraleer zij zich zou hebben onderworpen aan dien eisch. Nu volgde de eene moeilijkheid op de andere. In den zomer van 1453 riep de Burgondiër uit al zijne landen nieuwe manschap op.
... elc man mercken sal, Hoe onreene dat averal Hoerdom es ende hoe groot quaet Datter af te comene staet . Zoo kon het verhaal van Troye ten slotte nog wel dienst doen als afschrikwekkend voorbeeld. Met die overweging zal MAERLANT zijn geweten hebben gerust gesteld, indien dat ten minste nu reeds in hem sprak, zooals het later zou spreken over den verkeerden weg door hem als dichter gevolgd.
Juist die dichtvorm immers gaf gelegenheid, eene zaak door onderscheidene sprekers van verschillenden kant te doen beschouwen, vragen te stellen tot de hoorders om hen langs dien weg te brengen tot het vinden van de waarheid of ten minste van eene overtuiging. Vandaar dat men aan het slot van sommige dezer stukken uitdrukkingen leest als: "Nu mach elc vroet man merken" of "Nu gheraet hier naer" .
De boerde van de dartele koopmansvrouw met den "Oosterlinc" vangt aan met een paar spreukmatige regels, die in het daaropvolgend verhaal worden toegelicht: Tgoede wijf maect den goeden man Ende de goede man maect tgoede wijf. Aan het slot dezer boerde lezen wij dan ook: "Elc vrouwe neme hier exempel an."
Sulc was die enen bessem brochte, Sulc enen vleghel, sulc een rake: Sulc quam ghelopen met enen stake, So si quamen van haren werke Lancelot, II, 38377 vlgg. Men geboet al ute daer, Wat elc conste vinden vorwaer, Waes 't riec, pike, vleghel, stocken, Hake, sceppen, swingen, rocken, Wat dat si gegripen conden, Also alsi in haer ambacht stonden, Nam elc dat ende volgede naer.
't Weder was soete ende scone, Die sonne verbaerde an den trone Joliselike an die morghenstonde, Menich vogelyn dat begonde Daer singen met soete gelude; Bedauwet waren bome ende crude Tot dien dat die sonne op quam. ............................. Entie maget quam an dat foreest Daer die vogele hadden feest, Elc sanc na der nature sine, Daer stonden scone bloemkine Op dat groene velt ontploken.
Verwant met dezen trek is het individualisme, dat zich, zij het slechts op een paar plaatsen, in de keuze der kleeding openbaart. De hekeldichter JAN DE WEERT deelt ons in zijn Nieuwe Doctrinael mede: Elc wil draghen of hebben dat niemen En heeft of draghet, can hijt gheraken .
Drie dingen zijn noodig: een dichter moet de taalkunde en de kunst van schrijven verstaan; waarheidlievend moet hij zijn en eerzaam van leven. Hij moet zich toeleggen op schoone taal en de woorden te voegen "elc na sinen scoonsten accoorde", hij moet juist schrijven en spellen, begrip hebben hoe men een stuk moet opzetten, voltooien, en stevigen door kracht van voorbeelden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek