Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juni 2025
Die twee dorpen, Bunschoten en Spakenburg, liggen als een eiland in een wijd plat uitgestrekte landstreek, bijna zonder boomen, zich tusschen Nijkerk en Eemnes uitstrekkend, de Eem-vlakte, ten noorden begrensd door de zee, ten zuiden door het land en de bosschen van Baarn, links door het Gooi en rechts door de zandgronden van Gelderland.
Na een rit van bijna twee uren hield de kar stil op een boomrijk, eenzaam plekje, tusschen Baarn en Eemnes. Daar wachtte reeds sedert tien minuten een andere huifkar, waarmee Jan Heining uit Bunschoten gekomen was, om dominee in ontvangst te nemen en daarheen te brengen.
Ik gevoelde geene roeping om haar in te halen, maar bleef, met denzelfden rustigen stap, dien ik tot nog toe gehouden had, mijn weg vervolgen, en wel niet langs de gewone heirbaan van Amersfoort op Naarden, door de Hilversumsche heide, maar oostelijker afhoudende met het voornemen, over Eemnes te gaan, als welke weg wel wat om was, maar daar-en-tegen meer belommerd en minder eenzaam.
Die beide dorpen met de tusschenliggende Hilversum en Eemnes werden gewoonlijk op dezelfde rondreis bediend, zoodat, alles in aanmerking genomen, de Beukman's nog dankbaar mochten zijn omdat ze zooveel van elkaar hoorden. Begin Mei had Gerrit van zijn vader een brief ontvangen, die hem brandend-nieuwsgierig naar nadere tijding gemaakt had.
"Een jonge Juffer als zij zal toch niet onder de verdachte personen gerangschikt worden," zeide ik. "Gij bedriegt u. Ik ben zeker, dat men mijn aankomst wachtende was en mij te Soest en te Eemnes reeds bespiedde. Door onderweg af te stappen, heb ik die krabben wel voor een poos het spoor bijster kunnen maken: maar zij zullen het spoedig hervinden. Zij weten, dat ik mijn dochter bij mij heb.
Gevraagd zijnde hoe ik het gedurende den regen gesteld had, verhaalde ik, dat ik geschuild had op de hofstede Guldenhof, toebehoorende aan den Heer Blaek. "Guldenhof!" herhaalde Amelia: "is dat niet die fraaie plaats aan de andere zijde van Eemnes?
Dit gezegd hebbende, sloot hij het luik en liet vervolgens Amelia in. Zij droeg in de eene hand eene flesch, waarop een aangestoken kaars stak, op den arm een servet, en in de andere hand een blikken trommel, welke ik giste gevuld te zijn met de eetwaren, te Eemnes gekocht.
Wat hiervan wezen mocht, de gespannen stemming, waarin ik mij bevond, verliet mij niet eer, dan toen ik, met natte voeten en een hongerige maag, mij voor de herberg van Eemnes bevond, alwaar ik mijzelven had voorgesteld het middagmaal te houden.
Ook hielp het Eemnes weinig, of een honderdtal Stichtsche krijgers het kwam versterken: de bloeiende plaats werd door het Hollandsch leger ingenomen en zoo deerlijk verwoest, dat zy zich nooit weder heeft kunnen herstellen.
Zijn vriend en hij waren dus om de beurt aan huis gebonden. Met groot verlangen had hij dus zijne zomervacantie van veertien dagen tegemoet gezien. Eindelijk was de groote dag aangebroken. Vandaar zou hij te voet de reis vervolgen. Wel bracht het paard van Kramers den bovenmeester naar Eemnes, maar de baas had het daartoe midden in den zomer te druk.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek