Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juli 2025


"Heer, en zeer eerwaarde vader," antwoordde Malvoisin dadelijk, "onze broeder heeft de waarheid zijner beschuldiging reeds bezworen in handen van den Ridder Conrad De Mont-Fitchet; en op eene andere wijze mag hij niet zweren, daar zijne tegenpartij, een ongeloovige is en niet tot den eed kan worden toegelaten."

Ik lach met zijne beloften, en zweer hier met den duursten eed, dien ik ken, bij Mithra en de Feruers der koningen, dat hij, die thans over u heerscht, niemand anders is, dan de van zijne ooren beroofde Gaumata, de broeder van den opperpriester en stadhouder Oropastes, dien gij allen kent!

In zijn hand had Odin doorgaans de speer Gungnir die altijd trof en die zoo heilig was dat een eed, bij haar punt gezworen, nooit kon gebroken worden, en aan zijn vinger of arm droeg hij den wonderbaren ring, Draupnir, het zinnebeeld van vruchtbaarheid, boven vergelijking waardevol.

HERTOG. Rampzaal'ge Ægeon, door het lot bestemd Om zulk een overmaat van leed te dragen! Geloof mij, waar' 't niet tegen onze wet, Niet tegen mijn gezag, mijn kroon, mijn eed, Die schoon hij 't will', geen vorst miskennen mag Mijn hart zou wis uw pleitbezorger zijn.

Ardescus, Ardeskos, onbekende zijrivier van den Ister in europeesch Sarmatië, mythologisch een zoon van Oceanus en Tethys. Ardettus, Ardettos, heuvel ten Z. O. van Athene, bij het Stadion, waar de heliasten jaarlijks hun eed aflegden. Arduenna silva, in Belgica, thans de Ardennen en de Eifel. Ardys, Ardys, zoon en opvolger van Gyges, koning van Lydië, 654-617.

Als er schatten moeten verdiend worden, wat zal de koopman toch wel voor winst maken, als hij, volgens de voorschriften der wijsheid, terugdeinst voor een valschen eed, als hij, op een leugen betrapt, een kleur krijgt, en als hij aan al die benepen gemoedsbezwaren der wijzen aangaande diefstal en rente ook maar eenige waarde hecht?

In den jaare 1548 overleed Maximiliaan van Egmond, Graaf van Buuren, en Stadhouder van Groningen, in wiens plaatze hem opvolgde Jan van Ligne, Graaf van Arenberg. In den jaare 1550 hebben de Groningers, benevens die van de Ommelanden, aan den Graaf van Arenberg hunnen eed gedaan, wegens Philippus den tweede, Koning van Spanje.

Dit blykt reeds hieruit, dat de neiging der inlandsche Hoofden om de grens van 't geoorloofd beschikken over arbeid en eigendom hunner onderhoorigen te overschryden, overal volmondig erkend wordt ... dat alle adsistent-residenten den eed doen die misdadige hebbelykheid te-keer te gaan, en ... dat toch slechts zeer zelden een Regent wordt aangeklaagd wegens willekeur of misbruik van gezag.

"Ei," antwoordde deze, "ik ontken niet, dat hij mij dat geld geleend heeft, maar ik ben evenzeer bereid, er een heiligen eed op af te leggen, dat ik de tien goudguldens weer in zijne handen gaf en hem dus wis en waarachtig betaalde." De stadhouder verlangde nu, dat de oude den eed afleggen zou, en deze was daar dadelijk toe bereid.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek