United States or Ukraine ? Vote for the TOP Country of the Week !


Voor elke andere opening had je 't een jaar lang op dien stoel uitgehouden, en nu moest je vallen, al waren er dertien pooten onder dien stoel geweest, ja, al had je op den grond gestaan. Ik neem er genoegen mee, zei Duclari. Ik zie dat ge u in 't hoofd hebt gezet, my coûte que coûte te laten vallen. Ik lig daar nu zoo lang ik ben ... maar ik weet waarachtig niet waarom?

Als Duclari nog meende dat Havelaar "gek" was, had men 't hem niet ten-kwade kunnen duiden wanneer hy zich in deze meening versterkt voelde, by 't bemerken der korte verstoordheid die er, na en om dat neussnuiten, op Havelaars gelaat te lezen was.

Hetzy Duclari gevoelde dat er iets onbeleefds in lag, hem hierdoor van 't onderhoud uittesluiten, hetzyd-i hiermee een andere bedoeling had, op-eenmaal ging hy, zich tot den Regent wendende, in 't maleisch voort: Weet mynheer de Adhipatti, dat m'nheer de kontroleur den nieuwen adsistent-resident kent? Wel neen, dát heb niet gezegd, ik heb hem nooit gezien.

Havelaar was verontwaardigd, maar ... hy had zyn woord gegeven. Den volgenden dag kwam Verbrugge terug, en zei dat Duclari hem onder 't oog had gebracht hoe onedel het was, Havelaar, die met zulke tegenstanders te stryden had, zoo geheel alleen te laten, waarop Verbrugge dezen kwam ontheffen van zyn gegeven woord. Goed! riep Havelaar, schryf het op! Verbrugge schreef het op.

100. Hier ben ik profeet geweest, helaas! Het grofste, 't onmogelykste is niet te grof en niet te onmogelyk, zoodra 't dienen kan om iemand die "uitsteekt" van de baan te dringen. In deze taktiek ontmoeten zich de middelmatigheden van alle partyen. Er blykt uit den tekst dat ik hiervan iets wist toen ik den Havelaar schreef, maar toch was ik niet profeet genoeg om te voorzien dat men de karakterschets van Publiek, die ik slechts als boutade gaf, maken zou tot letterlyke waarheid. Wanneer ook hier Duclari my in de rede was gevallen met 'n: "neen, dat is

Verbeeld je dat zy alle vreemden die 't erf betreden, laat wegjagen door de oppassers ... Ik verzoek om de historie of de omelet, zei Duclari. Ik ook! riep Verbrugge. Uitvluchten worden niet aangenomen. We hebben aanspraak op een volledig maal, en daarom eisch ik de geschiedenis van den kalkoen. Die heb ik je reeds gegeven, zei Havelaar.

Wy beiden zyn kruieniers, ik neem hem zyn klanten af, die geen rozynen willen koopen by een dief, en te-gelyker-tyd zegt men van my dat ik een goed mensch ben, omdat ik de dochter prys van een konkurrent. Neen, zóó erg is 't niet, zei Duclari, d

Andere wyzen zeggen weer dat hy er weinig van weet. Nu is men bezig met zoeken naar middelen om 't heele schaap in de bewerking overteslaan ... O, die geleerden! Molière wist het wel ... ik houd veel van Molière. Als je wilt, zullen we samen een leerkursus houden, 's avends, een paar maal in de week. Tine doet ook mee, als Max naar bed is. Duclari en Verbrugge wilden dit gaarne.

Zy bracht daarop kleinen Max naar zyn bedjen een stroomat en toen ze terugkwam, vond ze Havelaar in gesprek met Verbrugge en Duclari die zoo-even waren binnen getreden. Het gesprek liep over de verwachte beslissing van de Regeering. Ik begryp zeer goed dat de resident in een moeielyken toestand is, zei Duclari.

Dat heb ik niet gezegd, Duclari! Neen, jy hebt dat niet gezegd, maar ik zeg het na al wat je my van hem verteld hebt. Ik noem iemand die in 't water springt om een hond te redden van de haaien, een gek. Nu ja, verstandig is 't zeker niet. Maar ... En, hoor eens, dat versje tegen den generaal Vandamme ... 't kwam niet te-pas! 't Was geestig ... Tot je dienst!