Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 mei 2025
Hij staat eral, Daar! Schrik slaat hem om 't hart, ontroerd; In de bedstee iets zachtkens roert. Leeft hier nog iets, al is 't niet veel? Daar springt hem voorbij en loopt naar de deel, De wolvin, de wolvin in wilde draf In de bedstee wierp ze de welpen af.
Maar de merrie was lastig en schichtig dien ochtend; telkens brak zij haren draf door plotselinge sprongen of door kort getrippel af, en maakte hem zoo moe omdat hij zich niet lekker voelde. Voortdurend moest hij het beest weer op stap houden of hij voelde pijn in de zij als iemand die te hard gerend heeft.
Zijn gewone gang is een snelle draf; bij het vluchten vervalt hij in een loggen galop, waardoor hij schielijk vooruitkomt; de kop is daarbij naar den grond gebogen, de staart opgeheven en uitgestrekt. Door moerassen en plassen waden zij met gemak. Onder hunne zintuigen neemt dat van den reuk een eerste plaats in; het gezicht en het gehoor zijn minder, de smaak en het gevoel middelmatig ontwikkeld.
Daar rijden reeds de wagens, die den maaltijd voor den hofstoet bevatten, de keuken uit." »Hoeveel menschen worden er wel dagelijks door den koning gespijzigd?" »Omtrent vijftien duizend ." »Dan mogen de Perzen de goden wel danken, dat hunne koningen slechts éen maaltijd daags houden!" Zes weken na de beschrevene gebeurtenissen naderde eene kleine ruiterschaar in draf de poorten van Sardes.
'Noem die namen niet, zeide de gestalte, 'zij waren heilig en rein als priestergewaden en kostelijk als voedend koren, doch zij zijn tot draf geworden voor de zwijnen en tot narrekleederen voor de dwazen. Noem hen niet, want hun zin is tot dwaling, hun wijding tot spot geworden. Wie mij kennen wil, werpe die namen weg en luistere naar zichzelven. 'Ik ken u! ik ken u! zeide Johannes.
De kinderrijmpjes bespreek ik afzonderlijk in het Vijfde Hoofdstuk. En dan, welk verrukkelijk genot, paardje te mogen rijden op vaders of grootvaders knie; in het vlugge rythme hoort men het galoppeeren van het paard: Húp páardje óp een dráf Mórgen ís het Zóndág. Dán kómen de héerén, Mét de bónte kléerén, Dán kómen de vróuwén, Mét de bónte móuwén, Dán kómt de ákkermán Mét zijn páardje áchterán.
Doch nauwelijks hadden wij ons schraal ontbijt verorberd, of een dier onbeschrijfelijke kreten, waarvan geen taal eenig denkbeeld geven kan, drong ons door merg en been. Opziende zagen wij een ganschen troep wilden, mannen, vrouwen en kinderen, die in draf naar ons toekwamen.
Reeds wilde de oudste jonkvrouw zich smalend tot hare zuster wenden met de vraag, waar nu háár kampioen bleef, toen Iwein, die zich tot dusver in de stad verborgen had gehouden, in fiere houding van de andere zijde het perk binnenreed. Weldra gaven drie korte bazuinstooten het sein, dat het gevecht een aanvang zou nemen en in gestrekten draf reden de beide ridders op elkander toe.
'Nu, dan in draf, en hij klapte met de tong. Tscherwontschik ging in een drafje over; ik begon op en neer te wippen, maar hield mij goed en trachtte niet op zij te vallen. De piqueur prees mij: 'ei, zie dien ruiter eens aan, goed zoo! en ik was overgelukkig. "Op dat moment kwam een vriend van den piqueur en knoopte een gesprek met hem aan, waardoor hij niet meer op mij lette.
De paarden hebben een eigenaardigen gang, die geen draf en geen galop is, maar een geregeld sukkeldrafje, waarbij ze zich zoo zacht en gelijkmatig voortbewegen, dat de ruiter, naar men zegt, een vol glas water in de hand kan dragen, zonder een druppel te storten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek