Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 mei 2025


De beide ouders broeden om beurten; door hen begeleid, verlaten de jongen het nest, onmiddellijk nadat zij uit den dop gekomen en droog geworden zijn; in den eersten tijd zoeken zij nu en dan beschutting onder de vleugels van de moeder. Deze Vogels voeden zich met Insecten en Weekdieren, Wormen en kleine waterdieren; zij worden als wild hooggeschat en hebben daarom veel vervolging te verduren.

Nadat zij uit den dop zijn gekomen, verwarmt de hen ze nog een tijdlang in het nest, totdat zij volkomen droog geworden zijn; daarna geleidt zij de kinderschaar zoo schielijk mogelijk naar geschikte voederplaatsen.

De Liervogel broedt slechts éénmaal per jaar en legt slechts één ei, dat ongeveer de grootte heeft van een eendenei en op licht aschgrauwen grond met onduidelijke, donkerbruinachtige vlekken geteekend is. Het wijfje wordt bij het broeden nooit door het mannetje afgelost, ook niet gevoederd en, naar het schijnt, niet eens bezocht. Door den vader van haar kroost veronachtzaamd, is de moeder genoodzaakt dikwijls, en wel in de middaguren, het nest te verlaten om voedsel te zoeken; waarschijnlijk wordt hierdoor de broedtijd zoo verlengd, dat het wel een maand duurt, vóórdat het jong uit den dop komt. Dit is minstens 8

Op den tweeden dag komt het te voorschijn; het heeft dan goed ontwikkelde veeren; deze waren bij het verlaten van den dop nog verborgen in de kort daarna openbarstende scheeden. Het jong schijnt nu nog geen neiging te hebben om zijne vleugels te gebruiken, maar beweegt zich uitsluitend met behulp van de krachtige pooten.

God liet 't gebeuren, dat hij hem duidelijk voor zich zag, daar in die tram, in z'n enkele hemd en sokken, een jaegerhemd, ja natuurlijk jaeger, grijs, niet mooi wit, hij was zeker in de veertig en met wat malle, uitstekende haartjes op z'n bloote beenen, en z'n hooge dop op. Jammer dat i niet brilde.

Kort nadat de jongen uit den dop zijn gekomen, hetgeen gewoonlijk tegen den avond geschiedt, maken zij, door de moeder begeleid, hun eerste uitstapje, en keeren vervolgens in den regel naar het nest terug om hier den eersten nacht door te brengen.

De Kokmeeuw broedt ook in menigte op de Zeeuwsche eilanden langs de binnenzijde der duinen. Na veel getwist en geschreeuw over de plaats, die ieder paar zal innemen, worden de nesten gebouwd op kleine, door open water of door moerassig land omgeven pollen riet of biezen, rietstoppels of hoopen afgesneden riethalmen, soms ook in het moeras tusschen het gras, steeds echter op moeielijk toegankelijke plaatsen. Nadat door het neerdrukken van het riet of gras een kuiltje gevormd is, worden hierin moerasplanten, stroo enz. opgehoopt en deze met zachtere stoffen bekleed. In ieder nest worden 2 of 3, zelden 4, eieren gelegd. Deze zijn geel- of grijsachtig olijfgroen en met bruine vlekken bedekt. Het broeden neemt een aanvang in het begin van Mei. Het mannetje en het wijfje doen dit om beurten; 's nachts zitten zij voortdurend op de eieren, gedurende de middaguren wordt de zonnewarmte voldoende geacht. De jongen, die na 18 dagen uit den dop komen, zijn drie

"Gij gij eet niets, mijn Hermoine," fluistert haar ridder, die nu van zijn kant ook bezorgd wordt. "O, ik ben er aan gewend, te vasten," zegt zij, "gij weet, dat ik mij voorbereidde voor het kloosterleven. Zou het niet verschrikkelijk zijn geweest?" en het bekoorlijke pruilende mondje geeft iets pikants aan de non in den dop. "Gij zoudt in een klooster zijn gegaan om mijnentwille?"

De jongen komen binnen 16 of 17 dagen uit den dop, loopen spoedig uit het nest weg en verbergen zich bij gevaar tusschen de grootste steenen van den grindgrond of andere oneffenheden; alleen als de moeder door een schot gedood werd, verraden zij hun aanwezigheid door een klagend gepiep; na twee weken kunnen zij reeds fladderen en in de derde week hunne ouders vliegend volgen; eerst later echter doen zij dit met de behendigheid van de volwassene Vogels.

Want zijn deugden trekken haar maar aan voor korten tijd: zóó deugdzaam te zijn is wel een tikje moeielijk! Maar zijn gebreken, wellicht, in zekeren zin, niet minder grootsch en schoon van sterke menschelijkheid, die zijn makkelijker en genoeglijker na te bootsen! Zoo denken ten minste de mannen en vrouwen in den dop. En dìt is het gevaar.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek