Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
Straks in de lanen van het landgoed De Poel was het, ofschoon geen donkere nacht, toch in geen geval helder. Mijn Eva ziet scherp en met onbevangen blik, peinst Helmond, terwijl hij in het dommelig zwart voor zich heen staart: Onverstandig, berispelijk zelfs was haar overmoed; maar ongelijk, inderdaad ongelijk heeft ze niet.
En tusschen die openingen door, geniet men weder het prachtigst uitzicht over een heerlijk Geldersch landschap: 'twelk zich verliest in een dommelig verschiet, en waardoor de grijze Rijn nu eens blinkend in den glans van een doorvallend zonlicht en dan weder grauw gedekt door een voortjagende wolkschaduw, zich voorspoedt naar het verre welbekende duin.
Gibelotte was lang, tenger, smachtend, bleek, met blauwe kringen om de oogen, en half neergeslagen oogleden, immer bedrukt en afgemat, iets als een chronische vermoeidheid; zij was het eerste bij de hand, de laatste te bed, bediende iedereen, zelfs de andere dienstmaagd, stil en zacht, glimlachende onder haar vermoeidheid met een dommelig lachje. Er was een spiegel boven de toonbank.
Een steugien daornao stapten de Trakhener hengsten binnen onder het commando van Carré. Prachtige diers! Mensen! wat hef die man der een order onder. Ze deeën alles wat hij wol, net as zesmaonds-rekruten en dat bint nog redelieke wezens, zoo as de doomnee zeg de korporaol zegt niet. Wat zint onze beide broenen daor ongezeggelik en dommelig bij.
Wenschte hij een verhaal, een vertelling over den toestand van het fabriekskind in ons vaderland!? 't Was mij alsof ik voor den ingang eener duistere, mij geheel onbekende groeve stond, en men 't verzoek tot mij richtte om er als gids in vooruit te gaan. Zonder antwoord te geven staarde ik in het dommelig verschiet. Hij begreep dat zwijgen.
Ik wil Eva's gedrag op dien avond niet rechtvaardigen: zij heeft den eerbied aan uw jaren verschuldigd zeerzeker een oogenblik uit het oog verloren, maar ook, haar oprecht karakter...." Van Barneveld leest niet meer; zijn oogen staren strak in het dommelig verschiet, waar de zon zooeven is ondergegaan en slechts roode strepen aan den hemel heeft achtergelaten.
Men wordt herinnerd aan een paard, dat eerst op een moeilijken weg dommelig en traag heeft geloopen en dan, door zweep en woord aangemoedigd, een mooien weg vóór zich ziet, waar het flink en ferm lang achtereen vlug zal kunnen draven. Zoo komt de boot, die het eerst al te gemakkelijk had in tegenstelling met het paard, opgewekt te Pouldu, dat tegelijk aan de rivier en de zee is gelegen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek