Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juni 2025
Ik wreef dapper den slaap uit de oogen, en vergenoegde mij, om de gemiste rust te vergoeden, met het stevig noorsch ontbijt aan den uitlokkenden skandinavischen disch, die meest met groen is versierd, en beladen met schotels koud vleesch, visch, groente, ingemaakte vruchten en beschuit.
"Mijn waarde Sawbridge," hernam kapitein Wilson, nadat hij de kamer een paar malen op en neer was gestapt, "we zijn te gelijk in dienst gekomen, hebben verscheidene jaren aan denzelfden disch gegeten en niet enkel langdurige vriendschap, maar ook vertrouwen op uw degelijke kennis hebben er mij toegebracht u voor te stellen mijn eersten luitenant te worden.
Toen hij de zaal binnentrad, wierpen zich bijna al de aanwezigen voor hem neder; alleen zijne bloedverwanten, kenbaar aan de blauwe en witte strepen op hunne tulbanden, vergenoegden zich met eene eerbiedige buiging. Nadat de koning in zijn vertrek had plaats genomen, zetten zich ook zijne gasten, en nu begon men op eene verbazende wijze den disch eere aan te doen.
In allerhaast sneed ik er van aan stukken; de pan werd over het vuur gehangen ... en weinige oogenblikken later zat ik met mijne nieuwe huisgenooten aan den disch. Ik vertelde van mijne ouders, van mijn vorig leven en van mijn wedervaren op het bivak.
Hij zat met de lieden bij het vuur rondom den koeketel en vertelde wondere dingen; hij voegde de handen te zamen en bad met hen aan den disch; hij volgde hen ter kerke en knielde nevens hen; hij liep met de jongelieden naar het veld en hielp aan den arbeid; maar bovenal was hij de lieveling der kinderen, die met hoogmoed aan beide zijne handen wandelden en niet zelden tranen stortten, als de Belg, hun goede vriend, naar een ander dorp vertrekken moest.
Hoe goed de Afrikaansche Olifanten gedresseerd werden, blijkt uit de mededeeling, dat zij letters met een griffel konden schrijven, op een gespannen koord liepen, met hun vieren op een zolder een vijfden droegen, die ziek heette te zijn, op de maat dansten, aan een prachtigen disch, met gouden en zilveren gereedschap voorzien, volgens de regels der etikette dineerden enz.
Maar ziet! wat gebeurt er, dat op eens dat gerucht zwijgt en wederom door diepe stilte vervangen wordt. "Meester! meester!" roept Stijntje, die reeds lang hare brij ingezwolgen, den disch geruimd en zich weder naar boven gerept heeft; "daar komt iemand op de pui om af te lezen. Maar 't is de Sikkretaris niet. Wie 't wezen mag?"
Al heb ik weinig, 'k heb genoeg; Zou ik een man benijden, Die altoos mooie kleeren droeg, Maar zwaare pijn moest lijden. Het werken houdt mij steeds gezond En vlug van lijf en leden. 'k Word wakker in den morgenstond Verkwikt en wel te vreden. De honger, dien ik zelden mis, Doet mij veel grager eeten, Dan of ik aan een konings disch, Was dag aan dag gezeten.
’t Doopmaal was allergezelligst geweest; een klein, maar uitgelezen gezelschap had aan den rijk voorzienen disch alle eer bewezen en gedurende het dessert was de jongeheer Straling als een rooskleurige „bonbon” in een wolk van witte kant, op een sierlijk kussen, door de deftig in zwarte zijde gehulde baker aan de gasten vertoond.
En als noot hierbij: "De weelde voedt honderd armen in de steden, maar doet er honderdduizend sterven op het platte land.... Het verspillen der grondstoffen die den mensch tot voedsel dienen maakt alleen reeds de weelde haatbaar. Er moet vleeschextrakt zijn in onze keuken, daardoor hebben zoo vele zieken geen bouillon. Er moeten likeuren zijn aan onzen disch, daarom drinkt de boer slechts water.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek