Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
Dedi antwoordde: "Hij alleen, die geroepen wordt, komt; de koning roept en zie, ik kom". Khufu vroeg hem daarop: "Is het waar, wat men u verhaalt, dat gij, als het hoofd van een mensch, of dier, afgesneden is, hen weer in het leven kunt terugroepen?" Dedi antwoordde bevestigend.
Maar zijn tegenpartij stond zoo vast als een rots. De hem omringende schutters hieven een luid gejuich aan. "Nu, priester," zei de ridder, zijn ijzeren handschoen uittrekkende, "zoo ik voordeel had boven u in mijn hoofd, dan zal ik er geen hebben in mijne hand; sta vast!" "Genam meam dedi vapulatori.
De koning wilde daarop een gevangene voor zich laten brengen, doch Dedi verzocht, dat men voor dit doel geen man zou gebruiken en zeide: "Wij hebben hiervoor niet eens een stuk van uw rundvee noodig". Men bracht hem hierop een eend en deze werd den kop afgesneden; haar lichaam werd aan den West-kant van de hal gelegd en haar kop aan den Oost-kant.
De Pharaoh vroeg toen, of hij de plaats kende, waar zij verborgen waren en hoorde, dat zich in een kamer te Heliopolis, de schetsenkamer genaamd, een kast van slijpsteen bevond, waarin de afbeeldingen verborgen waren, doch Dedi voegde er terstond aan toe: "O koning, niet ik zal u bij dezen brengen". "Wie zal dan", vroeg Khufu, "mij daarheen geleiden?"
Hordedef vertelde hem, dat hij van verre gekomen was, om hem naar zijn vader, Khufu, te brengen. Dedi beantwoordde hem met een eervolle begroeting en tezamen gingen zij naar het schip, dat den prins daarheen gevoerd had. Dedi verzocht, hem een boot te geven en tevens, dat zijn jongelingen en boeken hem gebracht zouden worden.
Twee booten werden hem gegeven, waarin dezen geborgen werden en Dedi zelf zat in het schip van den prins. Zonder ongelukken bereikten zij het paleis en hier berichtte Hordedef den koning, dat hij den ouden toovenaar medegebracht had. De Pharaoh beval, hem terstond bij zich te brengen en toen hij gekomen was, vroeg hij, hoe het kwam, dat hij nooit tevoren van hem gehoord had.
Zoo groot was zijn tooverkunst, dat, als het hoofd van een mensch afgesneden was, Dedi hem het leven kon hergeven. Hij kon verder wilde dieren temmen en kende den plattegrond van het huis van Thoth. De koning, Khufu, nu wenschte den plattegrond te kennen, daar deze hem misschien bij den bouw van zijn pyramide van dienst kon zijn.
Dedi sprak thans eenige tooverwoorden uit en zie, de kop van den vogel en het lichaam naderden elkaar en vereenigden zich, de eend stond op en kwaakte! Daarna deed hij hetzelfde met een gans en een os. Khufu, over het succes van deze proeven verheugd, vroeg daarna Dedi, of hij de afmetingen van het Huis van Thoth kende.
Het antwoord van Dedi luidde: "De oudste van de kinderen van Rud-didet zal u tot hen brengen". "Wie is Rud-didet?" vroeg Khufu. "Zij is de vrouw van een priester van Ra, heerscher van Sakhebu. Haar drie zonen zijn de zonen van Ra, den god en deze heeft hun beloofd, dat zij over dit geheele land regeeren zullen en dat de oudste hoogepriester in Heliopolis zou worden".
Een derde zoon beweerde, dat hij in 't geheel niet verhalen uit ver vervlogen tijden verhalen wilde, doch dat hij in staat was, een toovergeschiedenis te vertellen van een man, die in den tegenwoordigen tijd leefde. Zijn naam was Dedi en hij woonde te Dedsneferu. Hij was 110 jaar en at dagelijks 500 brooden en een groot stuk rundvleesch en dronk een honderd teugen bier.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek