Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juni 2025


Wijl 't geluid kolkt in 't rond, Daal, daal! Als het hert trekt een hond, Als den bliksem de damp, Als een vlinder de lamp, Wanhoop dood, liefde zorgen, Tijd beî, heden morgen, Als de geest van den steen doet gehoorzamen 't staal, Daal, daal! Door het grijs leeg ravijn, Daal, daal!

Daal van uw troon en volg me in d'afgrond neer. Ik ben uw kind, als gij Saturnus' kind, Machtger dan gij. En samen moeten wij Voortaan in duister. Licht uw bliksems niet. De dwinglandij des hemels moog' voortaan Niet een zich nemen, krijgen of behouden Na u: doch wilt ge daar 't het noodlot is Van wormen daar me' op treedt dat ze zich kronklen Totdat ze dood zijn toon wat ge vermoogt.

Een lieflijke, teer-fluistrende gedachte, Van u vervuld, toeft bij mij menigmaal, En spreekt van liefde zulk een zoete taal Dat zij mijn hart met haar doet medesmachten. Dies vraagt mijn ziel aan 't hart: "Wie is die zachte, Die wil dat troost en vree weer in ons daal'? Dat niets in ons nog naar iets anders taal', Tot zulke werking is haar deugd bij machte?"

Indien u dus de twaalfde nachtwaak wilt schrijven, daal dan voor den drommel uw vijf trappen af, verlaat uw vertrekje en kom tot mij.

Ja kom, goede geest, en voldoe aan den wensch Van dezen verliefden, wanhopigen mensch." Plotseling klonk een zachte muziek, en toen kwam uit den achtergrond der grot een kleine, in wolken van gaas gehulde gedaante te voorschijn, met schitterende vleugels, gouden lokken, en een krans van rozen op het hoofd. Een staf zwaaiende zong deze geest: "Hier daal ik neer Uit hooger sfeer.

Tooveresse, daal ter neder! Immer blijde, maak ons blij! Geef ons scherts en spotlust weder, Breng ons jool en jokkernij, Knikjens, Blikjens, Vol van leven, Kortswijl uit des harten grond, Gulle lachjens, als daar zweven Over Hebees rozenmond Tot de rimpels zijn verdreven, En de schaterlach in 't rond, Vroolijke! uw triomf verkondt. Huppel, trippel, zachtjens, zoetjens, Op uw luchte feënvoetjens!

Daal eenige trappen af: daar stuwt de Maas haar schitterende wateren voort aan den voet der kaaimuren, en een andere trap aan de overzijde brengt u naar fraaie perken, met verschillende soorten van boomen beplant en waar het geruisch van springende fonteinen uw oor verkwikt.

Ik daal dus zoo spoedig mogelijk van den heuvel af, en bewonder gaandeweg de reusachtige muren en fondamenten, waarop de patricische villa rust, en die door de gesteldheid van het terrein werden gevorderd.

Een heftige indruk van afschuw doet mij die lugubere plek ontvluchten, en langs een steenachtigen weg, die den loop van de Trypiotiko volgt, daal ik af in het aangrenzend ravijn. Plotseling verdwijnt de zon en de koude wind der hoogten slaat mij onaangenaam in het gezicht. Ik moet een warmer jas aantrekken daar tusschen de kale, roode rotsen, die er dreigend uitzien.

Ik daal zelfs af in de kleine onderaardsche schuilplaats, waarvan de toegang door een zeer stevige steenen deur is afgesloten en die in geval van onraad dienst moet doen. Nog had ik het geluk, te Assier bij toeval den top vrij van damp te zien; maar de beide vingers zijn verdwenen; ik zie nu slechts een reuzensuikerbrood, dat opsteekt in de lucht.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek