Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
Hei hei naar bene-e-e-den, naar bene-e-e-den.” Zoo stierf de stem weg als het gerommel van verren donder, doch de kristallen klokjes braken met een snijdenden wanklank.
Toen hij weder rondzag, was het met het verbaasde gelaat van een mensch, voor wiens oogen de bliksem is ingeslagen, en dien nog het schrikkelijk geraas van den donder in de ooren weergalmt.
Tusschen slaap en wake kwam het ons wel voor als een ver onweer, een staag gerommel van donder, waar wij aan wenden, dat ons plots weer opviel, bij 't ontwaken, en, in de duizeling, ons voorkwam als het gonzen van de lucht zelf.
Zal eeuwig u behoeden!" Doch Frits Jansen hief zijne stem op en weende. De jonge ruiter zat in het zaâl, en reikte moeder en zusters voor den laatsten keer de hand ten afscheid. Een schaar duiven streek neer op het dak, en wijd, wijd uit de verte kwam een doffe slag als het rommelen van den donder. Verwonderd keek tante Martje naar de lucht en zeide: »Hoe vreemd!
Ik stond als van den donder getroffen en verwenschte het toeval, dat ik juist uit de kamer was, toen hij zich had laten aandienen: daar ik in het tegenovergestelde geval naar hem had kunnen gaan en hem afzonderlijk spreken: en nu, vreesde ik, zou de bommel losbreken.
Hij leeft alleen in den donder; zijn machtige roede baard, waar de bliksem uit schoot, als hij er in blies, is tot het plantenrijk overgegaan, en de donderwiggen, die zijne krachtige vuist eens wist te slingeren, liggen rustig in de aarde te slapen, waaruit de landman ze soms opspit; en de vriend der oudheid bewaart ze. Bloemen en vruchten strooiend, rijdt Hertha niet langer over de aarde.
Ter opluistering waren er bliksem-, donder-, sneeuw- en regeninstrumenten aangebracht, om daarmee Medea's tooverijen na te bootsen.
De lucht is donker; de wolken zijn dik en drijven onstuimig en snel heen en weder; de maan scheurt ze nu en dan met een waterachtigen straal. De wind huilt door 't gebergte; de regen ruischt; van verre gromt de donder.
Na enkele dagen werd de storm zóó hevig en was de boot zóózeer het zinken nabij, dat de stuurman het waagde de opmerking te maken: "Het huilen van den wind en het bulderen der baren en het vreeselijk loeien van den donder zijn teekenen van de woede van den God, die door mijn Heer beleedigd wordt, daar hij den Draak uit de diepte wil dooden, want door den Draak is de storm opgestoken; het zou dus goed zijn, als mijn Heer een gebed opzond."
Een woedend orkaan was over de zee gerezen en hief nu de golven tot bergen in de hoogte. Het schip slingerde heen en weer, het draaide, het wentelde, het kraakte! Tweemaal werd ik met mijnen vader tegen den wand geslagen; doch wij stonden telkens op om nog inniger te bidden. Donder, hagel, wind huilden daarbuiten, als ware het einde der wereld verschenen...."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek