Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 oktober 2025
Terwijl de voorste scharen van het Frans leger dus de nederlaag hadden, stond de Seneschalk d'Artois met het tweede lichaam verder van het Vlaamse leger. Vermits de slagorde des vijands niet breed genoeg was om met zoveel scharen ineens bevochten te worden, was hij nog niet vooruitgekomen.
In Clarenbach waar ik aangeland was, ontmoette ik bij mijn vierde pint Slokke, den beeldhouwer, Fritz d'Artois, die als stagiair bij advokaat Forst is aangenomen, administrateur Lemonnier en diens vriend mijnheer Van Dranem, welke mij werd voorgesteld.
"Neen, neen, edele Gwyde, ik heb het met mijn ogen gezien en heb gisteravond in de tent van de Seneschalk Robert d'Artois gegeten. Hij heeft op zijn eer voor mij gezworen dat de laatste Vlaming door zijn hand zal sterven.
De Fransen gebruikten een goed middel om zich alles te bezorgen en zich terzelfder tijd bij de Vlamingen hatelijk te maken: elk ogenblik vertrokken grote benden soldeniers uit de verschansing om het land af te lopen en alles te roven, te plunderen of te vernielen; de boze krijgsknechten hadden het inzicht van hun Veldheer Robert d'Artois ten volle begrepen: om hetzelve uit te voeren, begingen zij de gruwzaamste euveldaden welke men in de oorlog plegen kon.
"Mijnheer d'Artois," viel Rodolf de Nesle met heviger drift in, "ik weet niet welke bevelen gij ontvangen hebt, maar ik zeg u dat ik aan dezelve niet zal gehoorzamen, indien zij met de eer des ridderschaps strijdig zijn; de Koning zelf heeft geen recht om mij mijn wapens te doen besmetten.
Het is erger dan of de wrede Noormannen weder gekomen waren, om de wereld tot een moordkuil te maken!" Robert d'Artois werd rood van toorn; hij bewoog zich ongeduldig in zijn zetel en riep: "Bij al de Heiligen des Hemels! Ik zal niet lijden dat men aldus in mijn tegenwoordigheid spreke. Ik weet wat ik te doen heb, Vlaanderen moet gevaagd worden; ik kan het niet helpen.
De vaten, die voor Robert d'Artois en voor de twee Koningen stonden, waren kostelijker en groter dan die der andere heren; hun wapentekenen waren er kunstig ingesneden, en meer dan een onschatbaar gesteente blonk aan derzelver boorden.
"Hoor, Mijnheer d'Artois, gij hebt mij reeds gezegd dat mijn mannen te hoge betaling eisten en dat zij u te duur stonden: welaan gij zult ze niet meer te betalen hebben, ik wil onder uw leger niet meer dienen; dus is ons geschil ten einde." Al de ridders, ja de Veldheer zelf verbaasden bij dit gezegde, want zij aanzagen het vertrek van Hugo als een waar verlies.
Ik vraag u, Mijne heren, zegt het allen, is mijn raad niet op een wijze voorzichtigheid gevestigd?" "Ja, ja," antwoordden de ridders, "tenzij de Veldheer aan een onzer de gunst wil bewijzen, voor hem de handschoen op te rapen." "Men zwijge!" riep d'Artois. "Ik wil er niet van horen." "Mijnheer Van Arkel, staat gij het uitstel toe?"
De boze Koningin van Navarra ontbood Robert d'Artois bij haar en dreef hem aan om alle wreedheden in Vlaanderen te plegen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek