Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Vroeger kende men de Salangana alleen als bewoonster van de Soenda-eilanden; later heeft men haar ook in de gebergten van Assam, in de Nilgiris, in Sikkim, Arakan, langs de oostkust van de Bocht van Bengalen, in Siam, Cochinchina, op Ceylon, de Nicobaren en Andamanen waargenomen. Zij is de soort, waarvan de meeste berichten en fabels in omloop zijn.

De meeste leden van deze soort broeden in het noorden van Azië, de overige bevolken in groote getale het noordoosten van Europa. Van deze dwalen op den trek niet zelden eenige exemplaren naar West-Europa af, in plaats van met de meerderheid in het zuiden van China, Cochinchina, Assam, Birma en de overige landen van het westelijke Himalaja-gebied te overwinteren.

Het is niet iedereen gegeven, in de breede lichte vlek, welke zuidelijk aan uitgestrekte vlakten paalt en in een punt uitloopt, het Indische schiereiland, de Golf van Bengalen en Cochinchina te zien. Deze namen zijn dan ook niet in gebruik gebleven.

De Rangoon, als een brik getuigd, stoomde dikwijls met haar beide marszeilen en haar fok; zij ging dan ook veel sneller door den stoom en door den wind. Zoodoende naderde men met een korten en soms zeer zwaren golfslag de kust van Annam en Cochinchina. Maar het was meer de schuld der Rangoon dan wel van de zee, dat bijna alle passagiers zeeziek werden en op die wijze de reis moesten maken.

De bamboes worden buitengewoon talrijk en vormen een wal langs de beide oevers; telkens en telkens moeten wij oppassen om niet in aanraking te komen met hunne over de rivier gebogen stengels, zoo zwaar en dik als ik ze nog nooit gezien heb. Lejanne verzekert mij, dat de bamboes van Cochinchina, hoewel even hoog als dezen, daarbij niet in vergelijking komen wat den omvang betreft.

Zoo zijn de grotten van Crozen in Bretagne, die van Bonifacio op Corsica, van Morghatten in Noorwegen, van Sint Michiel te Gibraltar, van Saratchel op de kust van het eiland Wight, van Han en Rochefort in België, van Tourana in de steile marmerkust van Cochinchina.

Van het Huishoen komen tal van rassen en slagen voor, die door den vorm en de houding van het lichaam, door de grootte, door de ontwikkeling van den kam en de lellen, door de bevedering van den kop en van den loop, de kleur van het vederenkleed en van de onbevederde lichaamsdeelen enz. van elkander verschillen. Men treft sommige zeer merkwaardige afwijkingen bij hen aan. Een van de verwonderlijkste, hoewel niet een van de meest in 't oog vallende eigenaardigheden is de aanwezigheid van vijf teenen aan iederen poot bij verschillende rassen, o.a. bij de Dorkings, de Houdans, de Turken en de Japansche Zijdehoenderen. De overtallige teen is drieledig, aan hetzelfde middelvoetsbeen gehecht als de normale (tweeledige) achterteen, maar een weinig hooger en meer naar 't midden van den loop ingeplant. Bij een aantal andere rassen, die men onder den naam van Kuifhoenderen samenvat, en waarvan wij het Padua-ras als voorbeeld kiezen, is het voorhoofdsbeen sterk gezwollen en vormen de verlengde, overhangende veeren van de kruin een helm, die den geheelen kop bedekt. De kam is bij de Padua-hoenderen, zeer klein; de plaats van de keel- en oorlellen wordt ingenomen door "kinbaarden" en "bakkebaarden". De Houdans hebben een halve, de Turken een volslagen kuif. De Zijdehoenderen zijn klein van stuk, hebben haarvormige, zijdeachtige veeren en weinig ontwikkelde arm- en staartpennen; de uitwendige huid, het beenvlies en de naakte plekken aan den kop zijn meestal donker violet, zelfs het vleesch heeft een donkere kleur. Bij het Japansche Zijdehoen gaan deze eigenaardigheden gepaard met zuiver witte veeren en met het bezit van een vijfden teen. De Bantammers, die hun naam ontleenen aan het Javaansche landschap, van waar zij het eerst naar Europa werden gebracht, maar die uit Japan afkomstig zijn, onderscheiden zich o.a. door hun zeer geringe grootte; toch zijn zij zeer krijgshaftig en toonen dit bij hanengevechten. Zeer zwaar, hoog op de pooten en dik van schenkel zijn de Cochinchina- en Brahmapoetra-hoenderen; beide hebben een bevederden loop; bij gene komt een enkelvoudige, bij deze een drievoudige kam voor. De Brahmapoetras bereiken een hoogte van 65

Ze hebben hun lees- en speelzalen en restauraties; hun velden voor balspel en lawntennis en ze hebben nog veel meer, dat onzen soldaten wordt onthouden, en waaruit het zich misschien laat verklaren, dat de gezondheidstoestand in Nederlandsch-Indië beter is dan in Indo-China, en dat de europeesche soldaten er gaarne zes jaar blijven, terwijl in Cochinchina men onze troepen maar met moeite tot een tweejarig verblijf kan dwingen.

Woord Van De Dag

estes

Anderen Op Zoek