Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
Hoe vlot en aardig wordt het verhaal van heer GOBERT en de beide "clercken" verteld en hoe herinnert GOBERT'S vrouw, in hare bezorgheid over haar naakt-vechtenden man, aan vrouw JULOCKE uit Reinaert I. Hier als elders openbaart eene krachtige zinnelijkheid zich gaarne in schertsende beeldspraak, in half-omsluierde uitdrukkingen, ontleend aan het dorschen, het bespelen van een snaren-instrument, het ambacht van den kuiper.
Ghi waert de gone Die mi dit dede anevaen. Het zou mij dan ook niet verwonderen, indien sommige ridderromans, bij den voortgang onzer wetenschap, bleken bewerkt te zijn door "clercken". De godsdienstige, hier en daar zelfs kerkelijke, tint, die over de bewerking van het Roelandslied en over den roman van Walewein ligt, die misschien ook in de Lorreinen te zien valt, geeft tot dit vermoeden wel eenigen grond .
MAERLANT neemt daar uit zijn voorbeeld eene waarschuwing over tegen de wereldsche "clercken" die een wit voetje bij vrouwen en jonkvrouwen trachten te verkrijgen. Zeker, MAERLANT spreekt hier, in navolging van zijn voorbeeld, over wereldschgezinde geestelijken; doch hij besluit deze beschrijving met het vers: Dit en sijn niet clerke, maer menestrele.
Van historischen aard zijn het Schip van Damiate, o.a. te Amsterdam, in den Preekboom, te Clercken in België, de Tiende Penning, te Brielsch Nieuwland; ook schuilt in de uithangborden menige plaatselijke overlevering. Van merkwaardige personen noem ik Floris de Vijfde, Paus Adrianus, Erasmus.
Het had BOENDALE getroffen dat de poëzie langzamerhand uit de handen der meistreelen en "clercken" overging in die der burgerij; en daar de dichters voor hem blijkbaar de dragers van het ideaal zijn, tracht hij de komende dichters in het rechte spoor te brengen. Vandaar zijne omschrijving der eischen waaraan een dichter behoort te voldoen.
Veel gewichtiger echter voor ons doel is het bekende hoofdstuk uit het derde Boek van der Leken Spieghel. Het heeft BOENDALE getroffen, dat in zijn tijd zooveel leeken naast de "clercken" optreden als dichters; daarom acht hij wenschelijk uiteen te zetten, wat noodig is om een recht dichter te zijn. Wenschelijk, want: "dichten en is geen spel."
Ovidius, Heroïdes XI, 33, 34: Prima malum nutrix animo praesentit anili: Prima mihi nutrix, Aeoli, dixit, amas. Vgl. Antwerper Lietboeck No. 215, p. 334: Sotten, wat mach v gebreken? Sottinnen, hebt goeden moet, Als v die wespen steken, Loopt inden haselaer metter spoet; Die gaeren metten lenden wercken, Compt doch metten hoop, Papen ende clercken, Die nooten zijn goeden coop.
MAERLANT weet dan ook zijn afkeer van al te wereldschgezinde "clercken" niet beter uit te drukken, dan door eene schildering van hun uiterlijk te besluiten met de woorden: Dit en sijn niet clerke, maar menestrele .
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek