Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juni 2025
Misschien houden zij mij voor oud, maar zij zullen ondervinden, dat, ofschoon ik alleen en kinderloos ben, het bloed van Hereward nog door Cedric's aderen stroomt. Ach Wilfrid!
Deze edele hoedanigheden waren echter niet door den minsten zweem van baatzucht ontsierd; en, in plaats van zijne reeds zwakke natie nog meer te verdeelen, door eene partij voor zichzelven te vormen, was het Cedric's hoofddoel, de reeds bestaande partijen door een huwelijk tusschen Rowena en Athelstane te vereenigen.
Behalve deze bende, was reeds een minder ordelijke en slechter gewapende troep aangekomen, bestaande uit de Saksische inwoners van de naaste buurtschappen, zoowel als vele lijfeigenen en bedienden van Cedric's uitgestrekte landgoederen, om tot zijne verlossing mede te werken. Weinigen van hen hadden andere wapens dan die, welke de nood in krijgswerktuigen herschapen had.
En met den rug zijner hand sloeg hij den nar Cedric's kap van het hoofd, en zijn kraag openende, zag hij het noodlottig teeken der slavernij, den koperen halsband. "Gillis, Clement, honden, slaven!" schreeuwde de woedende Normandiër, "wien hebt gij mij hier gebracht?" "Ik geloof, dat ik het u zeggen kan!" zei De Bracy, die juist binnentrad.
Toen Cedric deze taak, die veel op het aansporen van een vermoeid ros, of het smeden van koud ijzer geleek, liet varen, en zich tot zijn pupil Rowena wendde, vond hij weinig meer voldoening in het onderhoud met haar; want, daar zijne tegenwoordigheid het gesprek afbrak tusschen de Jonkvrouw en haar vertrouwde over de dapperheid en het lot van Wilfrid, liet Elgitha niet na, hare meesteres en zich zelve te wreken, door over het bezwijken van Athelstane in het strijdperk te spreken, het onaangenaamste onderwerp, dat Cedric's ooren treffen kon.
"En Cedric ook," zuchtte Rowena, zijne woorden herhalende; "mijn edele, grootmoedige voogd! Ik verdien de ramp, die mij getroffen heeft, daar ik zijn lot om dat van zijn zoon vergeten heb." "Cedric's lot hangt ook van uw besluit af," zei De Bracy; "en ik verlaat u, om er over na te denken."
"Zijn huishofmeester is een oogenblik geleden hier geweest," hervatte de Jodin, "buiten adem van haast, om van mijn vader eenig geld te halen voor wol, welke hij van Cedric's kudden verkregen had; en van hem vernam ik, dat Cedric en Athelstane van Coningsburgh de woning van den Prins in groot ongenoegen verlaten hadden en op het punt waren om weder naar huis te reizen."
"Wat zegt hij?" zei Prins Jan, veinzende de Saksische taal niet te verstaan, waarin hij echter zeer bedreven was. De beteekenis van Cedric's gezegde werd hem in het Fransch herhaald. "Het is wel," zeide hij; "morgen zullen wij zelven deze sprakelooze Koningin naar den troon geleiden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek