United States or Myanmar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gisteren heb ik een onderhoud gehad met de dienstbode van de dames en die heeft me hare geschiedenis meegedeeld. Catalina is de dochter van een armen edelman uit Aragon. Op haar vijftiende jaar was ze wees en even arm als mooi.

Werkelijk zei hij me na drie dagen: "Ik heb een schat ontdekt, een jonge dame, genaamd Catalina, van goede familie en verrukkelijk schoon. Ze woont samen met een tante, in een kleine woning, waar ze zeer netjes leven van hare inkomsten, die niet groot zijn.

Zij was spoedig zoo tevreden over mij als ik onvoldaan was over haar. De dame was zoo gierig, dat ik niet het minste profijt trok van wat ze door mijn werk ontving. Ik had dan ook al spoedig lust om weg te gaan, maar werd daarvan teruggehouden door Catalina, die met den dag verliefder op mij werd en mij eindelijk formeel voorstelde haar te trouwen.

Na eenigen tijd maakte mijn meester aanstalten om naar Granada te gaan, maar Catalina en ik zagen tegen een scheiding op en dus zonnen wij op een middel om die te voorkomen. Ik deed alsof ik ziek was, ik klaagde over mijn hoofd, over mijn borst, over alle mogelijke kwalen.

Cortez was bovendien, èn door zijn fier voorkomen, èn door zijn vroolijk en geestig karakter, bij allen, niet het minst bij de Donna's, gezien, en weldra was hij dan ook verloofd met de schoone Catalina, eene bloedverwante van eene vriendin van Velasquez.

Als zij de nicht is heet ze Catalina en speelt ze voor kleindochter dan wordt ze Sirena genoemd". Bij het hooren van den naam Sirena voelde ik, dat ik verbleekte en ik viel Scipio in de rede: "Wat zeg je daar! Helaas, ik ben bang dat zij de maitresse is van Calderone!" "Ja zeker, dat is zij! ik dacht, dat het u een genoegen zou doen, wanneer ik u dat nieuwtje kon vertellen!"

Hoe ernstig hij ook anders was, moest hij nu toch herhaaldelijk lachen. Vooral Catalina, nu eens nicht en dan weer kleindochter, vermaakte hem zeer en niet minder het deel, dat de hertog de Lerme in de zaak had gehad. Toen ik mijn verhaal had geëindigd, liet de graaf mij gaan met de toezegging, dat hij mij den volgenden dag werk zou geven.

Een er van, die Catalina heette, was zeer schoon. Zij zag er als een prinses uit, en zou overal de aandacht getrokken, de bewondering opgewekt hebben. Deze meisjes waren krijgsgevangenen van de Caraïbiërs, door Columbus bevrijd. Zij behaagden het opperhoofd zeer, maar nu behoorden zij aan de Spanjaarden.

Tegen den avond kwam de broeder van Guacanagari weer aanboord bij Columbus en onderhield zich geruimen tijd met Catalina en hare medegevangenen. Hij verliet op de gewone wijze het schip en des nachts wisten de vrouwen overboord te springen en zwemmende den wal te bereiken. Toen Columbus den volgenden dag bij Guacanagari de vluchtelingen wilde laten opeischen, vond men den Kazike nergens.

Te middernacht lieten Catalina en haar metgezellinnen zich, toen al het scheepsvolk sliep, in alle stilte aan een kant van het schip in 't water glijden. Het schip lag drie mijlen van de kust af, en de zee was onstuimig. De wacht op het dek hoorde het, en maakte gerucht. Dadelijk werd er een boot bemand, en men zette haar na.