Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
Hij loopt den ander in zijn hemd achterna en zeggend, dat die hem beroofd heeft, laat hij hem vangen door de boeren, doet diens kleeren aan en op zijn paard gesprongen, gaat hij er vandoor en laat den ander in zijn hemd achter. De woorden van Calandrino tot zijn vrouw werden door het gezelschap met groot gelach aangehoord.
Calandrino had den morgen, toen zij aankwamen, het varken gedood. Toen hij ze bij den pastoor zag, riep hij ze en sprak: Wees welkom en ziet, hoe goed ik het huishouden kan waarnemen. Na ze in huis te hebben geleid, toonde hij hun het varken. Zij zagen, dat het zeer mooi was en hoorden van hem, dat hij het voor zijn huishouden wilde inzouten. Bruno sprak: Wel, wat zijt gij dom!
Gelijktijdig leefde er in Florence een jonkman van wonderbare beminnelijkheid, snaaksch en voorkomend, Maso del Saggio; deze hoorde van de onnoozelheid van Calandrino en wilde zich genoegen verschaffen door hem een poets te bakken of iets zonderlings te doen gelooven.
Het was zijn gewoonte in December met zijn vrouw daar heen te gaan en het varken te slachten en in te zouten. Calandrino ging eens, toen zijn vrouw alleen was, alleen het zwijn slachten. Toen Bruno en Buffalmacco wisten, dat zijn vrouw niet mee ging, begaven zij zich naar een priester, een zeer goed vriend van hem, een buurman van Calandrino om een dag of wat bij hem door te brengen.
Calandrino antwoordde: Ik weet het niet, maar toch zeide mij Nello zooeven, dat ik hem geheel veranderd scheen; zou het mogelijk zijn dat ik iets mankeer? Buffalmacco zeide: Gij zoudt wel iets kunnen mankeeren; gij schijnt half dood. Het scheen Calandrino, dat hij de koorts had. Toen kwam Bruno en het eerste wat hij zei was: Calandrino, wat ziet gij er uit! Het is, of gij dood zijt!
Aldus beladen kwam Calandrino daar aan. Toevallig stond zijn echtgenoote, monna Tessa, een schoone en verstandige vrouw, boven aan den trap en een weinig boos over zijn lang uitblijven, zag zij hem aankomen en begon schimpend te zeggen: Broerlief, de duivel zal je nooit meer thuis brengen; iedereen heeft ontbeten, nu gij terugkeert.
Wie anders zou dwaas genoeg zijn geweest te gelooven, dat in de Mugnone een steen van die kracht wordt gevonden? Calandrino, die deze woorden hoorde, verbeeldde zich, dat de steen hem in handen gekomen was en dat zij door haar werking hem niet zagen. Ten zeerste verheugd over dit geluk, nam hij zich voor zonder iets te zeggen naar huis te gaan en begaf zich op weg.
Na haar mantel te hebben aangedaan en met een vrouw in gezelschap, ging zij er snel met Nello heen. Toen Bruno haar van verre zag aankomen, zeide hij tot Filippo: Kijk, onze vriend. Filippo ging naar de plaats, waar Calandrino en de anderen werkten en sprak: Maestri, ik moet nu naar Florence gaan, werk hard door.
En dit heeft de domheid van Calandrino voldoende bewezen, die volstrekt niet noodig had te genezen van de kwaal, waaraan zijn simpelheid hem deed gelooven en in het publiek de geheime genoegens van zijn vrouw mede te deelen. Dit heeft mij een geheel tegengestelde zaak in het geheugen gebracht namelijk, hoe de boosaardigheid van den een met schade en schande het verstand van den ander overtrof.
Hij laat haar door zijn toeleg daarna in het midden van Juli naakt op een toren blijven, blootgesteld aan de muggen en de paardenvliegen en aan de zon. De donna's moesten erg lachen om dat ongeluk van Calandrino en zij zouden dit nog meer hebben gedaan, als het hen niet gespeten had, dat hem bovendien nog de kapoenen werden afgenomen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek