Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
Daarom, toen Calandrino een oogenblik het werk had verlaten en naar haar was gaan zien, vertelde Bruno alles aan Nello en aan Buffalmacco en zij regelden, wat zij hem om zijn verliefdheid zouden leveren. Toen hij terugkeerde, zeide Bruno zachtjes: Hebt gij haar gezien? Calandrino antwoordde: Wee mij, ja, zij doet mij sterven.
Deze, die zich in een kamer had begeven, schreef op dat perkament een paar dwaasheden van hem met wat tooverletters, bracht ze hem en zeide: Calandrino, gij moet haar met dit geschrift aanraken; zij zal u dadelijk volgen en doen wat gij wilt.
Hierop sprak Bruno: Hoor, Calandrino, in het gezelschap was er iemand, die zeide, dat gij hier een jonge vrouw tot uw beschikking hield en haar alles geeft en dat hij vast geloofde, dat gij dien het varken gestuurd hebt; gij kunt anderen goed misleiden.
Toen sprak Buffalmacco: Als het toch zoo is, moeten wij een middel zien te vinden om het terug te hebben. En welk middel, sprak Calandrino, is er dan? Buffalmacco hernam: Er is zeker niemand uit Indië gekomen om het varken van u te stelen; het moet dus een van uw buren geweest zijn en als gij die bijeenroept, zal ik de brood- en kaas-proef nemen en wij zullen dadelijk zien, wie het gestolen heeft.
Bruno en Buffalmacco stelen van Calandrino een zwijn. Zij geven hem hoop het weer te vinden met gemberpillen en witten wijn en geven hem er twee van, als die voor de honden in aloë gekonfijt en het schijnt hem, dat hij het zelf heeft geroofd. Zij laten hem er voor betalen, indien hij niet wil, dat zij het aan zijn vrouw zeggen.
Toen de deur was gesloten, omarmde zij Calandrino en wierp hem op het stroo, dat daar op den grond lag, sprong hem als te paard op den rug en legde hem de handen op de schouders zonder hem haar gelaat te doen naderen, keek hem aan als met groot verlangen en sprak: O mijn zoete Calandrino, hart van mijn lijf, mijn ziel, mijn schat, mijn rust, hoelang heb ik u begeerd!
Toen Buffalmacco dit zag, zeide hij tot Bruno: Waarom zullen wij niet heengaan? Bruno antwoordde: Ja, laat ons gaan; maar ik zweer, dat Calandrino het ons niet meer zal leveren; en als ik dicht bij hem was als den heelen morgen, zou ik hem zooveel van die steenen tegen zijn hielen gooien, dat hij misschien wel een maand aan die grap zou denken.
Calandrino bracht den ganschen avond door met zijn jachtwerktuigen om een vleermuis te vangen en toen hij er eindelijk een had, bracht hij die met de andere benoodigdheden naar Bruno.
En terwijl Nello zich bij hen voegde, gingen zij met Calandrino naar zijn huis en toen hij geheel onthutst in de kamer kwam, zeide hij tot de vrouw: Kom en dek mij goed toe, want ik voel mij erg ziek. Toen hij te bed ging, zond hij een kleine dienstbode met zijn water naar dokter Simone, die een winkel hield op de Oude Markt onder het uithangbord van de Meloen.
Wee mij! hernam Bruno, pas op, dat het niet de vrouw is van Filippo. Calandrino ging voort: Dat geloof ik, omdat hij haar riep en zij naar hem toeging, maar wat wil dat zeggen? Ik zou in die dingen Christus bedriegen en niet slechts Filippo. Ik zal u de waarheid zeggen, vriend, zij bevalt mij onuitsprekelijk.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek