Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juli 2025
De wanden dier kleine baaien waren steil en hoog en hadden eene roode kleur, afkomstig van ijzerverbindingen, waaruit het gesteente bestond, maar waardoor zij aan de golfjes van de branding eene akelige bloedkleur verleenden.
Het was de lantaarn van een boot, want het bewoog op en neer. Met al de kracht harer longen liet zij een hulpkreet hooren. Een oogenblik verliep, en zij meende dat haar hulpgeroep beantwoord werd maar door het geweld van den storm en de branding was zij er niet zeker van. Nu zag zij zeewaarts.
Zy, die dit volk uitmaken, zyn merkwaardig, uit hoofde van hunne allermismaaktste voeten en handen; de eerste hebben vier zeer lange toonen, en de andere alleenlyk twee vingeren, maar die naar de schaaren van een kreeft gelyken, of liever het voorkomen hebben, als of zy door eene branding of ander toeval, een lidteeken bekomen hadden.
De branding der dagen in hun stijgenden vloed, breekt er telkens weer op de grauwe drempelsteenen, terwijl daar binnen onverstoorbaar de stilte leeft, met wierookgeuren aangedaan en 't zacht geflonker van een kleurigen zonneschijn, die getemperd binnenvalt, gewijd tot meditatie in de wemeling van 't bonte glas.
Hij boog zich over haar, hoorde 't zachte zuchten van haar adem, voelde er ook de intieme warmte van.... En 't was met zware bonzing in z'n borst, branding in zijn hoofd en polsen dat hij haar z'n drogen mond toen even op het roomig witte voorhoofd drukte.... Dadelijk werd ze wakker, keek hem aan en lachte zalig.... Toch zag hij juist nu in haar jong gezicht de teere bleekheid en de sporen van de zorg, had meer dan ooit haar lief, met hoogen trots, eerbiedige bewondering en ontzag....
De man zeide: "Wie rijdt daar op waterrossen over de hooge golven heen? Gij zult tegen den storm niet bestand zijn." Regin nu was met Siegfried uitgevaren en hij sprak tot den man: "Wij zijn hier met Siegfried en worden door den storm in den dood gedreven. De branding bruist over de boorden der schepen, onze waterrossen vallen neer. Wie vraagt dat?"
Den volgenden morgen ankeren wij aan de zuidwestelijke punt van Oea-Oeka, gedekt door eenige dorre, naakte eilandjes, die ons genoegzaam tegen de branding beveiligen. Eenige officieren en ik begeven ons in een sloep naar dezelfde plek.
Het buitenste rif ligt achter ons; daar gaat een geweldige branding: de hooge woeste golven schijnen zich te willen vereenigen met de zwarte wolken, die daarover heen jagen.
De schouwburg was éen laaie branding, waar wemelde het duizendkoppig menschengeweld. We zaten in eene logie, waar reeds een paar dames hadden plaats genomen. Toen zag ik mijnheer Peter .... Die dames? .... kwam bedektelijk Florjan Pacôme aantijgen. .... Kent gij wellicht, mijnheer Pacôme, onderbrak seffens Sörge; zij zagen er althans tamelijk verdacht uit. Toen, juffrouw, zag ik mijnheer Peter.
Jansen slaat de teugels van zijn paard om den arm, loopt om de hooge omwalling heen en wendt zich thans met een hart, sterker geslingerd dan het schip in de kokende branding, naar den grijzen klipstapel. Op den klipstapel zit een donker voorwerp, dat bij de nadering van den Boer zich verwijdert. Het slaat de zwarte vleugels uit, en luid krassend vliegt het weg.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek