Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 september 2025


Een allerverschrikkelijkste vuurgloed deed den grond sidderen, als braakte een vulkaan zijn vlammen uit. De aarde werd opgeheven; slechts aan weinigen gelukte het, in dat oogenblik van schrik het projectiel glorierijk tusschen vlammen en damp opwaarts te zien snellen.

Hij zelf legde de matras in de snijding en plaatste ze zoodanig tegen den muur dat de artilleristen ze niet zagen. Toen dit verricht was wachtte men het schrootvuur af. Het bleef niet lang uit. Het kanon braakte brullend zijn kogels; zij werden niet meer teruggekaatst, maar smoorden in de matras. De verwachte uitkomst was verkregen. De barricade was behoed.

Wat drukt datzei de stopnaald; «nu word ik toch zeeziek! Ik moet brakenMaar zij braakte niet, ofschoon er een kruiwagen over haar heen ging; zij lag zoo lang als zij was op den grond, en zoo moet zij maar blijven liggen.

Gloeiend gif braakte ik uit, als ik lag op mijn glinsterende leger, waar ik het goud van mijn vader Reidmar bewaarde. Regin echter heeft mij verraden, Regin verraadt ook u, ons beiden brengt hij den dood." Nadat Fafner dit gezegd had, stierf hij. Siegfried veegde het bloed van zijn zwaard, en Regin kwam uit zijn schuilhoek te voorschijn. De dwerg zeide: "Hei, Siegfried, heil!

Zijt gij de ziel van eenen Geus, ga dan naar het hemelrijk; zijt gij die van eenen Spanjool, keer terug naar de helle, die u braakte. Nele zeide hem: Beleedig nooit de zielen, al waren het zielen van beulen. En, terwijl zij heur dwaallichtje op den top van heuren vinger deed dansen, zeide zij: Lichtje, liefelijk lichtje, welke miede brengt gij uit het land van de zielen? Wat doen zij?

«'Sta muerto, 'sta muerto!" klonk heesch en gedempt nu ook de stem van Frascuelo, uit de laagte opkomend, zijn gelaat, een aangezicht vol toorn, gekeerd naar de menschenringen. Voor hem uit langs de schutting ging de stier, zijn weg merkend met de gulpen van bloed die hij al slokkend braakte uit de keel.

Uilenspiegel veinsde zich te willen nederzetten en liet zich, als een dronkaard, zwaar op den weg vallen. En hij braakte. Daar hoorde hij ijzerwerk knarsen, op een paar stappen van zich, dadelijk daarna het gerucht van de val, die toesloeg, en den gil van een mensch. De weerwolf, sprak hij bij zich zelven, is met de voorpooten gevangen in de val.

Woord Van De Dag

tusschentoestanden

Anderen Op Zoek