Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 oktober 2025
"Ik heb niet veel te zeggen, mijnheer Van der Hoogen!" zeide Hildebrand, vast besloten om maar in vredes naam met de deur in huis te vallen, en vooral niet rouwig wegens het vertrek van den achtenswaardigen Bout. "Het moet u niet verwonderen, mijnheer! als het huis van de familie Kegge u eerstdaags wordt ontzegd ..." De charmante werd, van bleek, vaal en zag Hildebrand verbaasd aan.
Hij schoof nu het venster omhoog, dreef zijn mes door de spleet tusschen de luiken, lichtte een bout op en stiet de luiken open. "Van de plek, waar ik lag, had ik een uitmuntend gezicht in de kamer en op elk van zijn bewegingen. Hij stak de beide kaarsen aan, die op den schoorsteenmantel stonden, en keerde toen terug naar een hoek van de kamer nabij de deur.
Enkele officieren probeerden wel eens mij un bout de cour te maken, hetgeen mij zoo laf en belachelijk voorkwam, dat ik ze even impertinent als onbarmhartig voor het hoofd stiet. Met anderen, die zulke pretentie niet hadden, of althans niet toonden, railleerde ik met een sans gêne, die nog van mijne jongensopvoeding getuigde.
Zij moest alles stil doen om Herman niet te wekken, en de bout ging stroef.... in duizend angsten duwde en trok zij boven haar kracht.... als bonkend de ijzerstaaf uit den spang schoot, beefde Sprot je, dat zij te veel geweld had gemaakt, huiverde voor 't dwalende schemerduister, dat door de bedropen ruiten vaagde.
Mijnheer had nog een verhaal in zijn hoofd, dat hij de vrienden gaarne wilde meêdeelen, en waagde het dus tot zijne gade te zeggen: "Nu, bout! wij zullen toch niet met de kippen op stok gaan." En Mevrouw antwoordde nu, hare dochter de wangen streelende: "Neen, lieve! dat juist niet." En alzoo werd er besloten, niet met de kippen op stok te gaan. De vrienden namen nu plaats in de groote eetzaal.
"Spreek maar zoo bout niet, Teun!" sprak iemand achter hem: "het geheele geval is uw eigen schuld en zou niet gebeurd zijn, indien gij, in plaats van af te springen, waart blijven zitten: gij verdient smeer in stede van betaling." Teun Wezer zag vloekend om, doch zweeg op het gezicht van den Jonker van Sonheuvel, die, met zijn hond aan zijn zijde, bedaard naar hem toekwam.
Dien zelfden dag wierden zeven gevangen Negers uit deeze plaats van wanhoop gehaald, en door eenige lyfwagten naar de strafplaats gebragt, zynde dezelve tevens de begraafplaats der soldaaten en matroozen. Men hing 'er zes van op; en de zevende wierd met een yzeren bout levendig gerabraakt. Een blanke wierd bovendien door den beul, die in dit Land altyd een Neger is, voor het Rechthuis gegeesseld.
Het was een vierkant gat met een dikken, ijzeren bout er voor, die hem alle hoop benam, om te ontvluchten. In den hoek stond een steenen bankje. Een paar bossen stroo op den grond verspreidden een muffen geur en konden Dik volstrekt niet verleiden, zijne dikke ledematen er op uit te strekken. Hij ging op de steenen bank zitten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek