Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juli 2025


Die zware gewaden, vol donker rood en goud en fonkelende steenen, die al te uitdrukkelijke grimas, die ietwat beuzelachtige versiering van den muzieklessenaar, dat vertegenwoordigt in de schilderkunst de pronkende grootsprakigheid van den litterairen Bourgondischen hofstijl.

De scheiding, die onze kunstzin eischt, en die de verwoestende tijd ons heeft helpen maken tusschen al dien bizarren opschik, die spoorloos is vergaan, en de enkele hooge kunstwerken, die ons bewaard zijn, heeft voor den tijdgenoot nauwelijks bestaan. Het kunstleven van den Bourgondischen tijd lag nog geheel besloten in de vormen van het gezelschapsleven. De kunst diende.

Zij hadden bij de deeling van den rijken Bourgondischen buit geleerd, hoe men, aan gene zijde hunner bergen, door het zwaard en de strijdkolven schatten winnen kon.

Toen was in de Zuidelijke Nederlanden, het eerst, gedurende den Bourgondischen tijd in Brugge, later gedurende den Spaanschen tijd in Antwerpen, de wereldhandel op dezelfde wijze geconcentreerd, als hij het nu in Londen is. Daar waren ook de fabriceerende Manchesters van het toenmalige Europa. Er waren in België steden, als Yperen, die nu nauwelijks meer genoemd worden, waarin gedurende den Bourgondischen tijd 200.000 handwerkslieden en kunstenaars aangetroffen werden. Niet minder telde men in de stad Leuven. Gent alleen bezat 40,000 weefstoelen. De stad Damme, nu een dorp, was toen zoo sterk, dat Koning Karel

Hij koos zich Chlotilde, de nicht van den Bourgondischen koning, tot gemalin, en daar deze eene Christin was, rustte zij niet, voordat ook Chlodvig den Christelijken godsdienst had omhelsd. In verscheidene oorlogen maakte hij zich van een groot deel van Gallië meester, en overal voerde hij den Christelijken godsdienst in.

Ligt niet het motief voor de schepping van den nieuwen Bourgondischen staat, die grootste fout, die Frankrijk kon begaan, in een ridderlijk moment? Koning Jan, het ridderlijke warhoofd, schenkt het hertogdom in 1363 aan den jongen zoon, die bij Poitiers naast hem stand had gehouden, toen de oudere vluchtte.

Al de, toen 16, Nederlandsche provinciën, werden wel door Keizer Maximiliaan I, aan wien ze door zijne gemalin Maria van Bourgondië, na het uitsterven van den Bourgondischen mannelijken stam, toevielen, onder den naam "Bourgondische Kreits," weder met het Duitsche rijk verbonden , maar deze verbinding bestond eigenlijk slechts in naam en was tijdelijk. Want reeds de kleinzoon van dien Duitschen Keizer, Karel V, vereenigde ze 40 jaren later, als een, zooals hij zeide, voor eeuwig onscheidbaar land, met de kroon van Spanje. Onder dezen Keizer, die een geboren Nederlander was , die met voorliefde de Nederlandsche taal sprak, en dien daarom de Nederlanders nog heden met trots een hunner grootste landslieden noemen en in zekeren zin als een Belgisch Vorst beschouwen, ("als een der schoonste paarlen," zooals een patriotisch geschiedschrijver uitdrukt, aan den krans van Belgiës roem) onder dezen Karel V, zeg ik, en ten deele ook nog onder zijn zoon Filips

In den Bourgondischen tijd schijnt hier niet meer dan een gehucht aan den dijk te hebben bestaan bij de sluis; na de verdrijving der Spanjaarden uit Holland breidde dit gehucht zich snel uit tot een belangrijke plaats. Tot 1664 was de plaats met Maasland verbonden, doch in dat jaar werd de ambachtsheerlijkheid van Maassluis van die van Maasland gescheiden en werd zij zelfstandig.

Verder nog ontvangt zij dikwijls bezoek van een Bourgondischen edelman, Aimond de Macy genaamd. Hij spreekt gaarne met haar, maar schijnt ook niet ongevoelig te zijn ondanks haar manskleeren of, wie weet, juist daardoor, voor de jonkvrouwelijke bekoring, die er van de achttienjarige gevangene uitgaat.

Nadat de Wester-Lauwersche Friezen hunne volksvrijheid verloren, en onder het bewind van eenen vreemden, Saksischen Vorst, vreemde wetten en nieuwe instellingen ontvangen hadden, vervolgens in de Nederlandsche staten van den Bourgondischen Vorst waren ingelijfd, en eindelijk, na de gemeenschappelijke afwerping dier heerschappij, met deze hunne Nederduitsche bondgenooten, zich in één gemeenebest vereenigd hadden, was van hun onafhankelijk en eigen volksbestaan niets dan eene schaduw overgebleven; en hoe zoude, na de algemeene invoering van het Nederduitsch in school en kerk, in geregtszalen en volksvergaderingen, de Friesche taal hare waardigheid hebben kunnen handhaven?

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek