Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 mei 2025
Een rustelooze geest bezielde haar, en het oude droevige gevoel maakte zich weer van haar meester; niet zoo bitter als vroeger, maar zij vroeg zich toch met pijnlijke verwondering af, waarom de eene zuster alles mocht hebben, wat zij maar begeerde, en de andere niets.
Men had ons verteld, dat "the Beers people", zooals al die hooge ambtenaren genoemd worden, met hunne vrouwen tegenwoordig waren en onze vrienden vreesden, dat de spreekster, die door hare woorden bitter zou hebben gestemd.
Telkens weer beloofde de koning het verzoek in te willigen, maar even dikwijls vond hij een voorwendsel, om zijn woord te breken, totdat ten slotte Bernaldo, bitter teleurgesteld, zijn bondgenootschap verbrak, en zijn verraderlijken oom den oorlog verklaarde. De koning, die de populariteit en de oorlogskunde van zijn neef vreesde, nam toen een laffe krijgslist te baat.
De vrouw maakte er haren man een bitter verwijt van, dat hij niet een van de kostbare steenen meebracht die hij zoo warm beschreef, in plaats van de bloesems en het zaad; niettemin ging de man het laatste zaaien en hij bespeurde tot zijn verbazing dat de hoeveelheid genoeg zaad leverde voor verscheiden bunders.
Hoe bitter is dit: dat ik in de maatschappij, waarin ik leef, niets van het leven, het denken, het voelen dier sterken en vurigen en in mijn eigen trekken noch in die mijner westersche en vooral hollandsche stamgenooten gelijkenis met hun geestelijk gelaat herken.
Ik wil niet beweren, dat de kring der aspiranten, ten gevolge dier inlichting, voor uwen blik bekrimpt; maar ge zult mij toestemmen, dat het getal dergenen, die kans hebben, zich zonder vermogen in deze loopbaan eene eervolle onafhankelijkheid te verwerven, klein, bitter klein wordt.
O, zeg het maar, hernam zij bitter, voleindig maar; mij zult ge er niet mede kwetsen! Ja, 't is een ellendig volk; dit openbaart zich 't meest in de verachtelijke rol, die zij bij alle gelegenheden, ieder op zijne beurt, spelen.
Hij boog zich naar mijn vader toe en vroeg: "Mijnheer de burgemeester, willen we den kerel maar weêr laten loopen?" "Neen," was het antwoord van mijn vader; "zoo gaat dat niet. De molenaar en de bakker zitten in bitter leed en zij hebben eene rechtvaardige zaak; en de Franschman zit ook in nood, maar hij heeft eene onrechtvaardige zaak, en het recht moet zijn loop hebben."
In de 70er jaren viel dan het begin van zijn werk als "staats- en samenlevingssatiricus", en Ibsen nam met zijn bitter boos aanvallend werk zijn scherpe aandeel aan het gevoels- en het gedachtenleven van zijn volk.
Grootvader Wessels keek zoo triestig en sprak bitter weinig. Bart was in den tabak um slekke te stêken en 't onnut te hakken. "Oangriepen zou ie zich," dat had hij gezegd, en nu het op scheiden aankwam nou had ie 'r ook spiet af dat Frerik de deur uitgoeng.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek