United States or Bhutan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Is de taal hier beeld van het innerlijk leven, inzonderheid het gedachtenleven der menschen van toen, en valt hier een zwak schemerlicht op de onnaspeurbare gangen der menschelijke gedachte ook andere deelen van dat innerlijk leven zijn ons in het afdruksel der taal bewaard gebleven: de sterk ontwikkelde zinnelijkheid van het middeleeuwsch geslacht en zijn gebrek aan zelfbeheersching.

Inhaerent aan de gansche beschaving. Want het komt niet in de eerste plaats op dien strijd van scherpzinnige theologen aan, maar op de voorstellingen, die het geheele verbeeldings- en gedachtenleven, zooals het zich uit in de kunst, de moraal, het dagelijksch leven, beheerschen.

In de 70er jaren viel dan het begin van zijn werk als "staats- en samenlevingssatiricus", en Ibsen nam met zijn bitter boos aanvallend werk zijn scherpe aandeel aan het gevoels- en het gedachtenleven van zijn volk.

Dáár, waar de wilde rozen zich slingerden om de kamperfoelie, als wilden zij gezamenlijk den weg naar een tooverslot verbergen, dáár groeide hun geluk voor altijd op, dáár ontwikkelde zich hun gedachtenleven in vollen rijkdom, en dáár begonnen zij voor het eerst samen te spreken over het tehuis, dat zij bouwen zouden, en ontwerpen en plannen voor de toekomst te maken.

Maar ik heb in het begin al gezegd, dat het mij niet om het boek zelf te doen was; ieder moet zelf weten in hoever hij z'n eigen gedachtenleven of phantasie openbaar wil maken. Maar het gaat hier om méér, en dat is de indruk dien de buitenwereld van de wereld der meisjes-studenten krijgt.

Hebt ge de lieve madeliefjes gezien, die ik langs een wiegend thema van blaadjes en knopjes op den steel geschilderd heb? Gij waart vaak de verwonderde getuige van mijne verduldigheid. Het groene sijsje zong perelend onder ginds vierkante zonnelicht. Het eekhoorntje draaide. Ja, mijn vriend, ik heb dat werk versierd met een warm stuk van mijn innigste gedachtenleven.

De doodsvoorstelling kan gelden als voorbeeld van het laat-middeleeuwsche denkleven in het algemeen: het is als een uitvloeien, een verzanden van de gedachte in het beeld. De gansche inhoud van het gedachtenleven wil uitgedrukt worden in verbeeldingen; al het goud wordt aangemunt in kleine, dunne schijven.

Het is steeds weer het plotseling uitblijven van de religieuze spanning in een met godsdienstigen inhoud en vormen oververzadigd gedachtenleven. Door de heele Middeleeuwen heen vindt men talrijke gevallen van spontaan ongeloof, waarbij niet te denken valt aan een afwijking van de kerkleer op grond van theologische bespiegeling, maar enkel aan een onmiddellijke reactie. Al beteekent het niet veel, wanneer dichters of geschiedschrijvers, de enorme zonden van hun tijd ziende, uitroepen: men gelooft niet meer aan hemel en hel, bij meer dan een was het latente ongeloof bewust en vast geworden, zoo zelfs dat het algemeen bekend was, en zij er zelf voor uitkwamen. "Beaux seigneurs, zegt de kapitein Bétisac tot zijn makkers, je ay regarde