United States or Åland ? Vote for the TOP Country of the Week !


De zoolang gezochte Angrene vloeit vlak langs het dorp. Den volgenden morgen zullen wij haar in eene sala oversteken. Een sala is een klein vlot van biezen vervaardigd. "Wees niet bang," zeide men mij telkens; "onze sala is in goeden staat, en wij zullen u levend aan den anderen oever brengen."

Daarop werd men eerst het flikkerend licht van een vuur tusschen de biezen van den oever gewaar, hetwelk evenwel spoedig in beweging geraakte. Dat was het bewijs dat eene sloep vooruitstevende, om bij de boot aan te leggen.

Aan alle zijden door een dam van granietblokken omringd, is het met de stad verbonden door eene brug, die schier geheel wegschuilt achter het dichte gewas van struiken, bamboes en biezen, die op deze plek het bed der rivier halverwege innemen.

Wij steken het meer over, en verliezen ons weldra in een doolhof van smalle kanalen, die in alle richtingen het groote moeras aan den voet der bergen doorkruisen; reusachtige biezen en dichte rietbosschen omsluiten ons van alle kanten; en naarmate wij verder komen, vliegen gansche zwermen van eenden, ganzen en flamingo's uit deze bosschen op.

De Ondatra bewoont de landen van Noord-Amerika, die tusschen 30 en 60° N.B. gelegen zijn. Het veelvuldigst komt dit dier voor in het waterrijke Canada en in Alaska. De met gras begroeide oevers van groote meren of van breede, langzaam stroomende rivieren, van stille beken en moerassen, zijn de verblijfplaatsen van deze om zijn vacht zeer gezochte Rat; het liefst echter vestigt zij zich aan de kanten van niet al te groote, met riet en waterplanten bedekte vijvers. Hier bewoont zij een bepaalde plaats en vormt met andere dieren van haar soort tamelijk innig verbonden familiën of volken. Haar levenswijze komt in vele opzichten met die van den Bever overeen: de Indianen noemen daarom deze beide dieren broeders, en beweren, dat de Bever de oudste en schranderste, de Muscusrat de domste van de twee is. De woningen zijn, evenals die van den Bever, eenvoudig onderaardsche kamers met verscheidene uitgangsbuizen, die alle onder den waterspiegel uitkomen, of hutten boven den grond. De laatstgenoemde, die vooral in noordelijke streken aangelegd worden, zijn half-kogelvormig of gelijken op koepels; zij rusten op een modderbank en verheffen zich dus boven den waterspiegel. De wanden dezer hutten worden van zeggen, riet en biezen vervaardigd, welke plantendeelen door slib met elkander verbonden zijn; eenige onderzoekers beweren echter, dat de geheele hut aanvankelijk uit slib bestaat, en zich langzamerhand eerst bedekt met een laag van gras en biezen, doordat deze er tegen aan drijven. De hut bevat slechts één kamer, die een middellijn van 40

De lezer zal voorzeker niet vergeten hebben, dat Zermah, terwijl zij den overtocht van het kanaal door de makkers van den Spanjaard bespiedde, zij door de hoogte van de biezen, die op de oevers groeiden, en ook door de verhevenheid der oevers zelven, de pont niet had kunnen zien, wanneer die overvoer.

Zoo maakt de natuurmensch voor zijn kindje van een kalebas een rammelaar of mogelijk heeft hij er zelf wel plezier in en maakt er muziek mee bij feestelijke gelegenheden, en als men later van biezen zoo'n instrument gaat vlechten, behoudt men den kalebasvorm.

Er was ons gezegd dat het ditmaal geheel uitgedroogd was, en dat wij een paar uur door modder te baggeren zouden hebben, om van het eene meer naar het andere te komen. Maar er bleek nog juist zóóveel water te staan, als voor onze prauw voldoende was. Tusschen blauwige biezen en allerlei fijngebloemd watergewas wrikten de mannen het bootje voort.

Dit boschje bestond uit een paar morgen gronds met elzen en wilgen beplant, en die, 's winters meestal onder water staande, met lisch en biezen waren opgevuld en hierdoor tot een geliefkoosd verblijf aan de eenden en watersnippen verstrekten; waarom de plek ook in den jachttijd alleen bezocht werd en men er in het voorjaar zonder vrees van gestoord te worden een samenkomst kon houden.

Je bent lang weggebleven, Frans!" vervolgde hij tot den aankomende. "Als je niet gauw gekomen waart, hadden we onze biezen gepakt en waren alleen gegaan." "Ik had het niet kunnen helpen. 't Heeft mij moeite genoeg gekost, om den sleutel in handen te krijgen. Maar nu," terwijl hij dien zegepralend in de hoogte hield, "nu heb ik hem; dus, jongens! op marsch!"