Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 oktober 2025
De kiem van het kwade, die in hem sluimerde, wordt tot leven gewekt, en de eerzucht zijner vrouw weet de zijne zoo te prikkelen, dat zijn betere natuur bezwijkt en hij moordenaar wordt van zijn koning, van de goedheid zelf, die bij een helderen hemel hem op zijn schoon kasteel komt bezoeken.
Helaas, de hartstocht benevelt mijn geest en als mijn leven u lief is, weiger mij dan uw hulp niet." Zij bracht haar zakdoek voor het gelaat en liet zich op een stoel vallen als iemand die bezwijkt van droefenis.
Vooral de eenzaam levende Neusbeer weet een goed gebruik te maken van zijne scherpe tanden; als de Hond hem op de hielen zit, draait hij zich moedig om, schreeuwt van woede en bijt duchtig om zich heen. In ieder geval verkoopt hij zijn leven duur genoeg en stelt niet zelden 5 of 6 Honden buiten gevecht, voordat hij voor de overmacht bezwijkt.
Zij gaven allen door blikken hun toestemming te kennen; voor woorden scheen het oogenblik te onheilvol. "Je schoonzuster," ging hij voort, "heeft het zich ontzaglijk aangetrokken. Mevrouw Ferrars ook, we waren allen in een rampzaligen toestand; maar ik durf toch hopen, dat we den storm weerstand zullen bieden, zonder dat een van ons totaal bezwijkt.
Zij zijn voor een groot deel Christenen; de bekende zendeling Van Hasselt heeft nabij Manokwari zijn "hoofdkwartier." Het koppensnellen is er onder den druk van het Gouvernement en den invloed van den godsdienst vrijwel uit, doch een enkele maal bezwijkt nog wel het Papoea-hart voor de verleiding van een rechten raak -tocht. Hun huizen staan hier en daar langs het strand.
"=Similia similibus curantur=, zeiden de Ouden; hetgeen ik aldus vertolk: het beste tegengif der vrijzinnigheid is de vrijheid. Gij, mijne heeren, zijt vrij. Waarom? Omdat gij kapitalisten zijt. De zwaarste slavernij in deze wereld is het lijfeigenschap der broodeloosheid; want de hongerige mensch is geneigd tot alle kwaad en bezwijkt voor de geringste verleiding.
Dakerlia slaakte eenen blijden kreet. "Ach, dank! dank!" zuchtte zij. "Zulke woorden alleen kunnen mijne smart verlichten." "Blijf bedaard, vriendinne", zeide Witta. "Neen, laat mij dien troost genieten. Ik meende alleen, gansch alleen te lijden, en hij, hij tevens bezwijkt onder het gewicht der treurnis!" "Maar, Dakerlia, gij verbaast mij!
Maar, wildet gij de noordelijke dieren naar het zuiden, de zuidelijke naar het noorden overplanten, gij zoudt uwe poging verijdeld zien. Het rendier, volkomen gehard tegen de lange en strenge winters van Lapland, brengt te Petersburg den zomer reeds kwijnende door, en bezwijkt spoedig onder den invloed der warmte van een meer gematigd klimaat.
Dan zijt ge nog onder de wet en kent het zoet der genade niet. Ja, erger nog, dan bezwijkt ge straks onder de geboden en inzettingen van menschen, en torst een juk, dat ook uw vaderen niet hebben kunnen dragen. En zoo is Gods kind niet.
Gij zegt, uw kijven stoorde zijn vermaken; Maar roof eens ied're vroolijkheid, wat volgt? Wat, dan droefgeestigheid, dof, zwart, de zuster Van radelooze, onstuimige vertwijf'ling Met haren langen stoet, verderf verspreidend, Van bleeke kwalen, vijanden van 't leven? Wie in zijn maal, vermaak en slaap aldoor Gestoord wordt, mensch of dier, bezwijkt er voor, Wordt suf of dol.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek