United States or Gibraltar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ter afwisseling, Suzette Noiret, dochter eener weduwe, die op een hofje woonde, en van de Fransche gemeente was. Deze had een allerliefst, beschaafd en net besneden uiterlijk, en wedijverde, in het bruin, met het blonde Saartje, waarnaast zij gezeten was.

Zij zijn zelfs niet besneden. VIJFDE JOOD: Men kan niet zeggen hoe God werkt; zijn wegen zijn zeer geheimzinnig. Mogelijk is wat wij het booze noemen, het goede, en wat wij het goede noemen, het booze. Daar is niets dat men zeker weet. Wij moeten ons noodzakelijk aan alles onderwerpen. God is zeer geweldig. Hij breekt de sterken tezamen met de zwakken. Hij kent geen aanzien des persoons.

Haar oogen waren schuin, maar mooi en groot; de lippen een beetje dik, maar wel besneden, lieten tanden zien witter dan gepelde amandelen; de haren, een beetje grof misschien, waren zwart met blauwen weerschijn als de vleugels van een raaf, lang en glanzig.

De oude heer, een energieke maar corpulente Vlaming, met het type van een rijk koopman, is zeer opgewonden. Zijn wangen zijn rood van drift. Ook in de blauwe oogen van de jonge dame flikkert toorn, ofschoon zij min of meer omfloerst zijn door ingehouden tranen, en een der hoeken van den fijn besneden mond trilt zenuwachtig.

De Loango-Negers, die het minst in aanzien zyn, onderscheiden zig, door verhevene en vierkante beeldtenissen, naar dobbelsteenen gelykende, op de armen, in de zyden, en op de dyen, te teekenen. Zy slypen ook hunne voortanden puntsgewyze, het geen hen vervaarlyk maakt. Alle hunne mannelyke kinderen zyn besneden, ten naasten by als die der Joden.

Zijn oog is zwart en schitterend; en ofschoon de vorm daarvan iets minder aangenaams heeft, straalt u van onder den langen wenkbrauwboog, die het overschaduwt, eene zachte uitdrukking tegen. Zijn mond is een weinig groot en niet zuiver besneden; maar zijn lippen plooien zich gemakkelijk tot een glimlach, en laten, als zij zich openen, twee rijen witte en regelmatige tanden zien.

Volgens de boeken van Fielding Hall gaat de hofmaking meestal van het meisje uit, doch toen ik een jonge Burmeesche schoone vroeg of dat waar is, gooide zij haar fijn besneden, zwart kopje op haar linker schouder, keek mij schalks met haar glinsterende zwarte oogjes aan en antwoordde bedeesd: "Ik geloof niet, dat meisjes daartoe den moed hebben". Maar toen ik haar, zooals zij daar voor mij stond, goed opnam, toen wist ik, dat zij en Fielding Hall beide gelijk kunnen hebben; zonder het in zoovele woorden uit te drukken, kan de hofmaking toch heel goed van het meisje uitgaan.

Gij zijt niet waardig haar aangezicht te aanschouwen. Keetje, het fijnst, het netst besneden bekje van alle Noordbrabantsche meisjes, die ik onder eenigen stand gezien heb. Keetje, met het rankste figuur, de liefste voetjes, de kleinste handjes, met kuiltjes op iederen vinger; dat blanke gezichtje, die groote blauwe oogen, met dien doordringenden opslag!

Daar kwam zijn Zwager Dom Pedro Correa, die ook op Porto-Santo woonde, hem een besneden stuk hout brengen, hetwelk hij op de westkust van het eiland gevonden had. Het was merkwaardig, dat toch alles op die westkust aankwam, zeer merkwaardig. En dat hij hier te doen had met het werk van eene geoefende hand, dat bewezen de kunstige figuren en lijnen.

Maar langzamerhand groeiden de houten huisjes weer op; zware boeken en rijke geschenken stroomden het huis van den bisschop binnen, het tiende van wat zee en land opbrachten en de bekoorlijke zilveren daalders moesten denzelfden weg op en 't wemelde van vreemde monniken en kanunniken, zoowel dikke sterke Engelschen als zwartharige geestelijken uit het Zuiden met fijn besneden gezichten.