United States or Tokelau ? Vote for the TOP Country of the Week !


De gevulde aubergines rangschikt men in een met boter besmeerden vuurvasten schotel en bestrooit ze met fijngestampte beschuit. Na het gerecht met gesmolten boter te hebben besproeid, zet men het nog een uur in een matig verhitten oven. Men legt zooveel lagen op elkaar als men verkiest, lost donker bruine suiker in water op en giet dat op de bananen.

Omelette soufflée. 4 lepels gezifte suiker, 4 eijerdoijers en een halve geraspte citroenschil worden gedurende 10 minuten sterk door elkaâr geroerd, dan het zeer stijfgeklopte eiwit er luchtig doorgemengd en alles in een met boter besmeerden schotel of op eene blikken besmeerde plaat, in eene vrij warmen oven, hoogstens een kwartier gebakken.

De handjes kleefden in 't rotsel, grabden er in, besmeerden 't jurkje, sapten het slijk in de zwarte knijpvingers. De oogen groot, vochtig, keken zonder begrijpen naar de pijp en het vierkante gat. "Ga je weg, Moosie" snauwde Saartje: "mot je d'r invalle!" "Ta... Ta!... Ta!", dwong 't kind, de handjes strekkend naar 't riool.

Zeer smakelijk is een geregt dat men er van gereed maakt met het overschot van een ham. De nudels worden daarvoor gesneden op de grootte van eene speelkaart, en men belegt daarmede den bodem en de wanden van een met boter besmeerden schotel; de ham wordt fijngehakt, met wat peper en notemuskaat er door, en dan, aan lagen met nudelblaadjes, in den bekleeden schotel gelegd.

De eene helft legt men in een met boter besmeerden en met beschuit bestrooiden schotel of vorm. Men plukt een paar soepborden vol gekookte stokvisch, aan kleine stukjes; men weekt ruim 3 ons wittebrood in melk en drukt het goed uit; men hakt eenige uijen en stampt de korsten die men van het brood heeft afgesneden.

7. Haas in gelei. De rug en het vleesch van de achterpooten van een haas worden gewasschen en dan in water met goed wat azijn, niet te ruim gekookt en geschuimd; dan voegt men er een aan schijven gesneden citroen, 8 chalotten, 2 theelepels heele peper en evenveel nagelen bij, en laat het vleesch daarmede gaar koken en koud worden. Men giet het nat door eene zeef bij de gelei, die volgens No. 3 van 4 kalfspooten is gekookt. Tegelijkertijd maakt men eene farci als volgt: Een kalfslever wordt fijngehakt en door elkaâr geroerd met: 1 o., 2 1/2 l. spek, 2 1/2 o. mager varkens- of ander vleesch, dat men ook hakt, 1 kopje gestooten beschuit of geraspt wittebrood, 2 hardgekookte, fijngewreven eijerdoijers, 1 kopje gesmolten boter, benevens zout en nagelen naar den smaak. Dit alles wordt, in een besmeerden schotel, in den oven gaar gebakken, en, als het koud is, in dunne lange schijfjes gesneden, zoo ook het hazenvleesch. Voorts handele men volgens No. 3, en legt dit, laag om laag, in den geleivorm, met wat gelei tusschen iedere laag in. Des winters kan men dit, in den opstaanden vorm, op eene koude plaats, 10 dagen bewaren; dan op den schotel omkeeren en versieren volgens No. 2. Men kan er sauce

Als de kop volgens No. 51 gekookt is, snijdt men het vleesch aan schijven, legt die in een met boter besmeerden schotel, strooit er wat zout tusschen en giet er het volgende over: 3 maatjes melk, 4 eijerdoijers, notemuskaat en, desverkiezende, geraspte parmesaansche of zwitsersche kaas. Men laat het in den oven bakken. Hoofdkaas van kalfskop.

Dan roert men het stijfgeklopte wit der eieren er door, doet het beslag vervolgens in een met boter besmeerden vorm en bakt het in een matig verhitten oven lichtbruin. Men dient het gebak koud of warm op met een compote of een vruchtensaus. Havermoutkoekjes.

Toen zij hun moeder zagen, waren zij eerst zeer verschrikt, maar toen zij haar oplettender aankeken, bemerkten zij, dat zij goed hadden gehandeld, en begonnen te lachen en met den mond vol koekjes wischten zij zich met de handen de lippen af en besmeerden hun van tranen en ingelegde vruchten blinkende gezichten. "O hemel! Het nieuwe witte kleed! Tania!

Alles wordt in een goed besmeerden taartenvorm gedaan, en met een mengsel van gehakte amandelen, suiker en kaneel bestrooit. Men laat den koek rijzen en bakt hem bij middelmatige warmte. Boterkoek.