Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 mei 2025
Als zij gaar zijn, giet men er het water goed af en stooft ze met boter en wat zout, zeer voorzigtig schuddende, opdat zij niet fijn worden; men bindt het nat met eijerdoijers en raspt er notemuskaat bij het opdoen overheen. Den rand van den schotel belegt men met doijers van hard gekookte eijeren. Sleep-aspersies.
Als de ham gaar is, neemt men het zwoord er af, hetzij geheel, hetzij alleen in het midden; men bindt een geknipt papier om het been, en belegt den schotel met pieterselie. Ham met rijst.
Men neemt voor 8 personen 2 1/2 o. meel, 2 o. boter, 1 ei en een half kopje koud water, en maakt daarvan een deeg, dat men goed doorwerkt en dan in twee niet geheel gelijke deelen snijdt. Het kleinste gedeelte rolt men uit, snijdt het aan repen van drie vingers breed en belegt daarmede den rand van een diepen schotel, dien men vooraf met boter heeft besmeerd.
Na het deeg met beschuitkruim bestrooid te hebben om het vocht der vruchten op te nemen, belegt men het met aardbeien, waarover men suiker naar smaak strooit. Vervolgens legt men een deksel van het deeg er over, bestrijkt de taart met boter, waarop men nog wat poedersuiker strooit en bakt de taart in een oven met matige hitte.
Men neemt een goed sluitende pan, belegt den bodem met schijven spek, strooit er gehakt niervet over en de volgende kruiderijen: heele peper, nagelen, een paar stukken gember, eenige heele chalotten of dikke schijven uije, dragon, eenige laurierbladen en een paar pieterseliewortels.
Men bakt eene taart met niet te hoogen rand van een deeg volgens No. 4 of 7, en maakt wijngelei van eene halve flesch witten of rooden wijn, dien men warm in de koud geworden korst giet, en dan stil laat staan om op te stijven. Feuilleté met citroenvlade. Van 3 o., 7 1/2 l. bloem wordt een feuilletédeeg gemaakt, dat men tot eene korst uitrolt, met een niet te lagen rand belegt en vlug gaar bakt.
Dan ontvouwt hij het „pèpier”, belegt met zijn vingers de twee kadetjes met het ons kaas, breekt ieder broodje in vier stukken en eet met smaak, nu en dan zijn maal afwisselend door een teug melk-chocolade.
Het voornaamste is het Paleis van den Gouverneur, het welk, langs een weg in den tuin, met het Fort Zelandia gemeenschap heeft. Dit Paleis, en het huis van den Bevelhebber van het Fort, waaren de eenige steene gebouwen in de geheele Volkplanting. Het Stadhuis is een cierlyk en nieuw gebouw, met pannen belegt.
De koek is in drie kwartier gaar. Abrikozentaart. Een met boter bestreken vorm belegt men met taartendeeg R. 519, 520 of 521 zoo dat ook de wanden van den vorm er mee bedekt zijn. Het deeg belegt men met abrikozenmoes, waarop men suiker naar smaak strooit en vervolgens legt men nog een deksel van taartendeeg er over.
Men bakt dit deeg met boter op eene zijde langzaam, volgens No. 6, belegt het dan hier en daar met een stukje vruchtengelei, slaat het dubbeld en bestrooit het met suiker. Anijskoek. 6 1/2 lood geraspt wittebrood, evenveel gestooten beschuit, 1 opgehoopten lepel bloem, 1 lepel anijszaad, wat zout en 3 eijerdoijers beslaat men met 4 1/2 m. melk, en roert het afzonderlijk geklopte wit er door.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek