United States or Belize ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nu maakt men de pastei volgens No. 5 in orde, haar om en om, met farci en stukken visch vullende. Men geeft er oesters- of ansjovissaus bij. Ook maakt men wel eene saus van de marinade, waardoor men bouillon, zout, notemuskaat en citroenschijfjes roert; heeft men lever of hom van de visch, dan doet men die, aan stukjes gesneden, in de saus, en bindt haar ten slotte met eijerdoijers.

Dan besmeert men een vorm of schotel met boter en legt er een blad deeg in, waarop men eene laag, ter dikte van een vinger van de volgende farci legt: Een soepbord vol gekookte ham, waaraan niet te veel vet is, fijngehakt met een uije en dooreengeroerd met 6 geklutste eijeren, 5 m. room, benevens wat notemuskaat. Hierop volgt weder een lap deeg en zoo om en om, tot men met deeg sluit.

Men rekent voor dit recept op 2 ganzenlevers, en kan, des verkiezende, onder de farci ook nagelen, thijm en basilicum mengen. Koude hazenpastei. De haas wordt twee dagen in de azijn gelegd en dan van de beenderen ontdaan.

Indien men een vogel wenscht te vullen, moet dit geschieden vóór dat men hem opmaakt en wel op de volgende manier: Men steekt den voorsten vinger in de halssnede en tracht het vel van de borst zooveel mogelijk los te schuiven; dan doet men de farci er in en naait de opening digt.

Dan besmeert men een schotel dik met boter, strooit er geraspt wittebrood over en legt het vleesch er in, met balletjes er tusschen van de farci in No. 5 opgegeven, benevens citroenschijven, en zóó, dat het in het midden wat is opgehoogd.

Dan neemt men eene porseleinen terrine, bestrijkt die dik met boter, legt daarin wat van de farci, dan eenige van de getruffeerde stukken lever, met wat fijn zout en witte peper bestrooid, vervolgens weder farci en weder lever en zoo verder tot de terrine bijna vol is; de laatste laag moet farci wezen.

Als men twee hazen heeft, braadt men de fijn gelardeerde ruggestukken afzonderlijk, doch zóó, dat zij zacht blijven; men snijdt ze dan in stukken en legt ze tusschen de bovengenoemde farci in de pasteiterrine. Koude patrijzenpastei.

Men kan ook zeer goed kleine broodjes uithollen, ze van binnen met boter besmeeren en met de gestoofde garnalen vullen, om ze daarna langzaam in den oven, op een braadschotel met boter te bakken. Broodpasteitjes. Kleine broodjes worden uitgehold en gevuld met eene farci van vleesch of ham, fijn dooreengehakt met noot, zout, boter, eijeren, pieterselie en chalotten; dan in den oven gebakken.

Hierop legt men eerst de farci, en schikt dan het vleesch, met eenige citroenschijven er tusschen, er boven op, niet al te vast in elkander, en in het midden iets hooger dan aan den kant; dan bedekt men alles met schijven spek.

Jonge duiven worden gevuld met de in No. 10 het eerst opgegeven farci, maar zonder amandelen en gebraden als kuikens. Fijne fricassée van kuikens, duiven of kapoenen. De kuikens worden in vierdeparten, de duiven over de lengte in de helft gesneden en de kapoenen blijven in hun geheel; men zet ze met boter en zout op een zacht vuur en dekt ze goed toe.