United States or Norway ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het toeval wilde, dat zij 's avonds voor hun vader een boodschap moesten doen. Stilletjes liepen zij nu naar de Doelenstraat en terwijl Bert op den uitkijk ging staan of er geen onraad kwam, plakte Bruno hun rijmprodukt vlak onder het bulletin van mijnheer De Celles. Grinnekend van pleizier gingen zij daarop weer naar huis.

"Ga zitten, Bert," zei Hendrik, een leuningstoel aan een van de twee breede ramen schuivend, "kijk, zoo ziet onze tuin er nou uit in November."

"En een penkalapotlood van Rob, een fleschje kleurinkt van Bert, een pak chocolade van..." alle kinderen schreeuwen door elkaar. Op een verjaardag wordt door ons veel getolereerd. De twee prentbriefkaarten, die hij van zijn onderwijzer gekregen heeft zijn voor Piet wel het meest waardevolle geschenk. Hij ziet er gemeenlijk niet naar om, maar deze kaarten streelen zijn eigenwaarde.

»En in 't midden van de Plantage zijn ze óók al aan een eereboog te maken!" begon Bert nu weer. »En op de Reguliers-Breêstraat!" viel Bruno in. »En op het Kadijksplein!" vulde zijn broer weer dadelijk aan. »Jongens, jongens!" riep juffrouw Vermaat ten slotte wanhopig, »jullie maakt ons nog doof met al dat geschreeuw."

Jaaps verloofde evenwel vond Jodenhulp veel te gevaarlijk; waarop Jaap besloot de verloving te verbreken. "Ook voelden ze zich als christenen verplicht te proberen zoveel mogelijk Joden uit handen van de Duitsers te houden". Aldus Bert Jan Flim. Drie problemen moesten worden opgelost: hoe de kinderen uit Duitse handen te krijgen?

De straat zag zwart van de voetgangers en alle koffiehuizen zaten vol met lachend-pratende menschen, die openlijk op het vertrek der Franschen en de verlossing van Nederland dronken, zich in 't minst niet meer bekommerend om betaalde spionnen. Met moeite kwamen Bert en Bruno op den Dam.

Het zingen klonk valsch en het roepen was ruw, maar toch werden allen er van ontroerd. »Tjonge, tjonge! Als ze maar niet te gauw roepen," zei mijnheer Vermaat. »Het heele Fransche bestuur is er toch nog en als dat maar even naar Utrecht seint... Hei, jongens! waar wou jullie heen?" »We mogen toch wel eens kijken, vader?" vroeg Bert.

Nauwelijks echter had Bert het drietal bespeurd of hij gaf zijn broer een bof in den rug van blijde verrassing en riep: »O, Bruno! Daar heb je Reinier!" »En Jakob Stargardt met zijn moeder!" schreeuwde Bruno verrukt. Want in 't zelfde oogenblik had ook hij het drietal in 't oog.

Op de Markt staat de kerk van Sint-Bartholomeüs, een Gothisch gedenkstuk uit de laatste jaren der XVe eeuw. De predikstoel is een schoon gewrocht, gesneden door DEVILLE. Onlangs heeft M. BERT den tempel prachtig versierd. De edelmoedige kunstenaar schilderde eigenhandig, ter eere Gods, het koor en de beuken in 1896.

»Psst!..." wenkte hij, het hoofd om de kamerdeur stekend, geheimzinnig fluisterend tegen Bruno, »Kom eens mee!" Bruno, die in een boek te lezen zat, was dadelijk gereed hem te volgen. Bert bracht hem in de keuken voor de aanrechtbank, waar hun moeder al een en ander had klaargezet, en gewichtig op een groote kan wijzend, vroeg hij: »Wat is dat?" »Melk!..." »En dat?" »Eieren!..."